ringspikkelspanner Hypomecis punctinalis

Familie

spanners (GEOMETRIDAE)

Zeldzaamheid

Zeer algemeen. Komt verspreid over het land voor. RL: niet bedreigd.

Rode lijst

niet bedreigd

Meer foto's

Terug naar boven ^

Levenswijze

Vliegtijd en gedrag

Eind april-eind juli in één generatie, mogelijk een kleine partiële tweede generatie. De vlinders kunnen overdag rustend op boomstammen worden aangetroffen. Ze komen goed op licht.

Levenscyclus

Rups: juli-augustus. De soort overwintert als pop in de grond.

Verspreiding

Vliegtijd

Benaming

Engelse naam

Pale Oak Beauty

Duitse naam

Aschgrauer Rindenspanner

Franse naam

la Boarmie apparentée , la Boarmie pointillée

Synoniemen

Boarmia punctinalis, Serraca punctinalis, Pseudoboarmia punctinalis, Hypomecis consortaria, Boarmia consortaria

Meer

Toelichting Nederlandse naam

De spikkelspanners hebben een grijze tot grijsbruine grondkleur met veel golvende dwarslijnen en veelal besprenkeld met donkerder spikkels.
Ring wijst op de ringetjes, in het midden van vooral de achtervleugel.

Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam

punctinalis: punctum is een plek, een vlek en -alis is de uitgang die bij pyraliden hoort (zie ook bij R. cervinalis) vanwege de dichte schubbenbezetting van de vleugels. Scopoli beschrijft de banden ook als samengesteld uit puntjes.

Auteursnaam en jaartal

(Scopoli, 1763)

Herkenning

Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: 22-26 mm. De voorvleugel is enigszins langwerpig en iets smaller dan die van soorten die ongeveer even groot zijn en oppervlakkig gezien gelijkenis vertonen; ook zijn de vleugels minder uitgesproken getekend. De algemene indruk is daardoor die van een bleke bruingrijze tot muisgrijze spanner met een grote spanwijdte. Het wortelveld van de voorvleugel is meestal iets donkerder en de vleugelpunt enigszins afgerond. Heeft op de achtervleugel gewoonlijk een kleine donkere ringvormige middenvlek met een lichtere kern. Het vrouwtje is meestal lichter van kleur.

Kenmerken rups

Tot 45 mm; lichaam varieert in kleur van bruin tot groenachtig grijs, vaak met roodachtig bruine tekening; segment vijf gezwollen met een paar wratachtige uitwassen op de rugzijde; kop bruin of groenachtig grijs, iets ingesneden.

Gelijkende soorten vlinder

De Taxusspikkelspanner (Peribatodes rhomboidaria) is kleiner en mist de donkere middenvlek op de achtervleugel; bovendien heeft de taxusspikkelspanner een opvallende bleke vleugelpunt aan de onderzijde van de voorvleugel. Zie ook de geringde spikkelspanner (Cleora cinctaria), de grote spikkelspanner (H. roboraria) en de gewone spikkelspanner (Ectropis crepuscularia).

Verspreiding in Nederland in vier perioden

Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.

Habitat

Vooral bossen en volgroeide struwelen; soms ook parken en tuinen in bosachtige gebieden.

Planten

Diverse loofbomen en struiken.

Waardplant

Berk
Betula

Vuilboom
Frangula

Sleedoorn
Prunus

Eik
Quercus

Wilg
Salix

Linde
Tilia

Bosbes
Vaccinium

Actualiteiten

Ontdek meer

Blijf op de hoogte

Ontvang vlindernieuws

Soorten uit dezelfde familie spanners (GEOMETRIDAE)

Alle soorten uit deze familie