Begin mei-half augustus in één generatie. De vlinders komen zowel op licht als op smeer en bezoeken bloemen van onder andere spoorbloem, slangenkruid, valse salie en silene.
Rups: juni-september. De rups foerageert ´s nachts op de onrijpe zaaddozen van de waardplant en verbergt zich overdag in of dicht bij de grond. De soort overwintert als pop in een holletje in de grond.
Bordered Gothic
Netzeule
la Sinuée , la Noctuelle du cucubale
Heliophobus reticulata, Mamestra reticulata, Heliophobus saponariae, Hadena saponariae
Meerdere leden van de anjerfamilie zijn waardplant voor deze uil.
Het opmerkelijke netwerk van witte lijnen op de donkere voorvleugel is de achtergrond van het toevoegsel gelijnde.
Sideridis: sideros is ijzeren en eidos is (verschijnings-)vorm, naar de roestbruine kleur van de soorten die toen deel uitmaakten van dit genus. Albicolon hoorde daar toen nog niet bij. De naam is een vrije Griekse vertaling van ferruginea, een junior-synoniem van A. circellaris, een van de soorten die Hübner wel in dit genus onder bracht.
reticulata: reticulatus is als een net, verwijzend naar het netachtige patroon dat ontstaat doordat bleke aders de dwarslijnen kruisen.
(Goeze, 1781)
Voorvleugellengte: 17-19 mm. Goed te herkennen aan het netwerk van oplichtende witachtige aders en de lichte, sterk van elkaar af gebogen dwarslijnen. De kleur van de voorvleugel is doorgaans lichtbruin met een paarsachtige glans; soms donkerder grijsachtig bruin.
Zie de splinterstreep (Naenia typica), de gevlekte pijluil (Pachetra sagittigera) en de gelijnde grasuil (Tholera decimalis).
Vrij zeldzaam. Komt vooral voor in de duinen en verspreid en lokaal op de zandgronden in het binnenland; elders af en toe een waarneming. RL: bedreigd.
Zeer zeldzaam en achteruitgegaan. Vroeger bekend uit alle Belgische provincies behalve West-Vlaanderen; recent enkel gezien in Antwerpen, Luik en Namen.
De soort staat als Ernstig Bedreigd op de Rode Lijst van Vlaanderen (Veraghtert et al. 2023).
Het Iberisch schiereiland, noord- en oostwaarts via heel Europa en de gematigde zone tot Oost-Azië. In het zuiden het Middellandse Zeegebied en Voor-Azië, in het noorden Scandinavië zuidelijk van de poolcirkel.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Vooral duinen, graslanden, steengroeven en spoordijken; ook tuinen.
Vooral zeepkruid; ook blaassilene en gewoon varkensgras.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting