Half april-begin september in twee generaties; alleen in heel gunstige jaren is er een derde generatie, die tot begin oktober vliegt. De mannetjes vliegen soms overdag op vrij grote hoogte rondom de waardplant. Zowel de mannetjes als de vrouwtjes zijn ´s nachts actief en komen op licht.
Rups: eind mei-begin oktober. De soort overwintert als pop in een witte cocon in een opgerold beukenblad of tussen twee samengesponnen bladeren.
Barred Hook-tip
Buchen-Sichelflügler
la Serpette
Drepana cultraria, Platypteryx cultraria, Platypteryx unguicula, Platypteryx hamula
De rupsen van de Drepaninae hebben een puntvormig uiteinde: het eenstaartje.
De beuk is een belangrijke waardplant voor de beukeneenstaart.
cultraria: culter is een mes of een ploegschaar en -aria is een woorduitgang. De vorm van de voorvleugel wordt vergeleken met de vorm van een ploegschaar.
(Fabricius, 1775)
Voorvleugellengte: 12-17 mm. Deze soort heeft een oranjebruine voorvleugel met een iets donkerder middenveld. Hoewel het kleurverschil klein is steekt het veld toch duidelijk af tegen de rest van de vleugel doordat de begrenzende centrale dwarslijnen licht zijn afgezet. Er is één kleine, vaak nogal flauwe, bruine middenvlek aanwezig (soms zijn het er echter twee). Dergelijke vlekken ontbreken op de achtervleugel. De tekening is weinig variabel; de kleur kan wel enigszins variëren.
Tot 20 mm; vrij slank, naar de spitse staart versmald; lichaam roodachtig bruin met een bruinachtig witte, zadelvormige vlek op de rugzijde van de segmenten vijf tot tien; segment drie met een gevorkte wrat op de rugzijde; onderzijde geelachtig wit; kop bleek roodachtig bruin met donkerder tekening, ingesneden.
Zie de gele eenstaart (W. binaria).
Bekijk de gedetailleerde verschillen met illustraties tussen de twee Watsonalla-soorten.
Gele eenstaart (Watsonalla binaria).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
Vrij algemeen. Komt vooral op de zandgronden voor. RL: kwetsbaar.
Vrij zeldzaam, maar wijdverbreid in het hele land. Meestal in lage aantallen, maar lokaal vrij algemeen.
De soort staat op de Rode Lijst van Vlaanderen als Momenteel niet in Gevaar (Veraghtert et al. 2023).
Noord-Spanje, West-Europa, Engeland, Midden- en Zuid-Europa, de Balkan, Zuid-Rusland en Turkije. In Noord-Europa tot in Denemarken; zuidelijk van de 59e breedtegraad.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Beukenbossen en plaatsen met volgroeide solitaire beuken.
Beuk.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting