Om toch weer een beetje een grotevuurvlindergevoel te krijgen, ben ik dit jaar met collega René mee geweest op eitjesonderzoek. We zochten de bladeren af van de grote waterzuring (de waardplant) naar kleine witte bolletjes en noteerden de aantallen per plant. René vertelde dat hij in sommige jaren weleens honderden eitjes op een plant vond; nu was onze max 15 eitjes. Op enkele bladeren zagen we ook hele kleine rupsjes: die eten nu nog even van het blad - je kon de kenmerkende schraapstreepjes zien. Binnenkort kruipen ze naar beneden om daar te overwinteren en dan volgend voorjaar verder te eten van nieuwe, verse bladeren tot ze volgroeid zijn en zich gaan verpoppen. De nieuwe generatie!
Grote vuurvlinders zie je niet zo gemakkelijk. Ze vliegen maar enkele weken per jaar, op maar een paar plekken in de Weerribben en dan zijn het ook nog niet zulke enthousiaste vliegers. Kortom: je moet met mooi weer in de goede week op de juiste plek zijn. Als je daar dan niet om de hoek woont, zoals ik, is de kans groot dat je ‘m weer een jaar mist. Zo was ik vorig jaar te laat en dit jaar te vroeg. Soms bof je, zoals in 2015 toen we met onze Raad van Toezicht op excursie gingen, met een boot van een van de raadsleden, vanuit het dorpje Nederland. Het was een prachtige dag, in een prachtig gebied, met heel veel libellen, verschillende grote weerschijnvlinders (ook altijd fantastisch om te zien) én een grote vuurvlinder. Onze dag kon niet meer stuk!
Frits Bink was een van de eersten die uitgebreid onderzoek heeft gedaan naar de grote vuurvlinder. Hij vertelde mij toen ik hem interviewde voor Vlinders, dat hij heel Europa rondgereisd heeft om alle plekken te bezoeken waar grote vuurvlinders voorkwamen. Op een gegeven moment krijg je daar oog voor en pik je de goeie plekken er zo tussenuit: de vorm van het landschap, typische overgangen, daar kon je de vlinder vinden.
Hij had ook contact met Engelse onderzoekers, die heel graag de grote vuurvlinder wilden herintroduceren in Engeland. Hij heeft toen met hen een bezoek gebracht aan de locatie die ze op het oog hadden, maar zag direct dat dat geen geschikt leefgebied was. Die herintroductie ging dus niet door… Helaas is Frits afgelopen winter overleden. Met zijn enorme kennis en onstuitbaar enthousiasme en nieuwsgierigheid naar het leven als een vlinder heeft hij vele mensen ‘bevleugeld’.
De grote vuurvlinder is de meest bijzondere vlinder van Nederland. Deze grote rode variant is een ondersoort die alleen in Nederland voorkomt, daarom heet hij ook Lycaena dispar ‘batava’. In 1915 is hij voor het eerst ontdekt, door een schooljongen die voor zijn meester wel vaker vlinders uit het veen meebracht. Honderd jaar later heeft Caspar Janssen daar een heel leuk boekje over geschreven: ‘Het veen, de vlinder en de openbaring’, dat nog steeds verkrijgbaar is bij ons in de Vlinderwinkel. Echt een aanrader voor een luie zomerse dag!