VLINDER LEVEN
Wat wist ik van vlinders
bij verlaten van de lagere school?
Het boek, als aandenken
toen geschonken
heet hoopgevend
‘Als de ogen opengaan’:
verhalen uit de natuur
spraken me aan,
maar voorin toont een opdracht
van de hoofdmeester
een bewonderenswaardig
vlinderachtig handschrift.
Als student gingen
ogen met aandacht kijken;
in vrije tijd,
zwervend op de fiets,
leerde ik van bloemen en planten.
Uit die tijd
stamt een pedant gedicht waarin
‘Spreeuwen op een antenne
miezeren in de regen
maar binnen vlinders
dartelen op een allegro
van Johan Sebastiaan’.
Eerst nadat het focus
op een slepende loopbaan
wegebben mocht,
zie ik nu met ogen wijd open:
variaties van
buitelende vlinders, buiten,
leer ik met verwondering,
begrijp ik iets meer
van fragiele onderlinge afhankelijkheid;
wens ik dat veel andere,
jonge ogen, straks hierop
lang nog, mogen opengaan…
Robbert Thijssen
Vlinder
Wereld maak kennis met :
Het leven in het
moment.
Nu, nu,
nu,
fluistert ze
zojuist geboren
Als bloesem
maakt ze een zuivere loop
en landt gracieus
in de palm van mijn
hand.
Ik lig op mijn rug
en voel me een
ogenblik opgetild.
Gewichtsloos zweven we
knipogend door
het blauw.
Reggy van Doornum
Vlinderliefde
De vlinders hebben in het bos
hun eigen vlinderwegen
Daar kwam toen de kleine vos
zijn allerliefste tegen
Ze droogde haar vleugeltjes in de zon
want ze kwam pas uit haar cocon
De vlinderman waagde zijn kans
en vroeg haar vlinderend ten dans
Ze dansten duetten in een zonnige laar
en buitelden heel de dag rond elkaar
Toen de trillers van een nachtegaal klonken
Hebben ze nectar uit een bloemkelk gedronken
Schemering daalde in het bos
Rustend op het sterretjesmos
heeft zij toen haar eitjes gelegd
Vóór het duister werd om hen heen
hebben ze zacht "adieu" gezegd
An Cuijpers-Rutjens
Vlinders in de buik
Een vrolijke vlinder te Katwijk
Vloog met zijn kleuren te kijk
Verleidde een fladderende mot
Gingen beiden zo op in nachtelijk genot
en luidruchtig zijn vrouw bedroog
die hem sloeg op zijn dagpauwoog
Piet Rovers
Zonder titel
Twee vlinders kregen het voorjaar in hun bo!,
het maakte hun helemaal dol.
Ze zeiden, ik weet zeker dat ik het voorjaar ruik,
want ik voel vlinders in mijn buik.
Daar wilden ze graag even bij stil staan,
en de natuur mocht even zijn gang gaan.
Dat hoorde ook in hun vlinderleven,
zo mochten zij hun leven doorgeven.
En waar wij mensen zo'n heisa over maken,
kan hun alleen maar in hun vlinderbuikje raken.
Zonder titel
Zeldzaam is de smetterling
zo broos en flinterdun zijn
vleugels zo achteloos zijn fladderen
dat het bijna onvermijdbaar is
te willen conserveren
Niet onaantastbaar als
in barn maar het louter in
bedwang te houden
steeds gecontroleerd en enkel
als het nodig is natuurlijk
Zodat wat kwetsbaar is behouden
blijft en alles waar je zo van
houdt die kleefklauwtjes en zelfs
die maffe oproltong niets
kan overkomen
En je zelf alleen in dromen
nog de horlepiep kunt
dansen tot je plots beseft
dat in belemmering geen liefde
huist en dus de fijne smetterling
de wijde wereld
vast verkiest.
Martijn Adelmund
Zijdevlinder
Wat een troost
wanneer je laatste uren tellen
Geliefden nabij
maar ook ver weg
Je hoort over een vlinder
Zoveel mensen die meeleven
en je het liefste wensen
Voor elke wens een vlinder
zwevend aan je zijde
Corrie Meijering
Zonder titel
Jij, vreugdevolle vriend
voorzien van fladdervleugels
feestelijk voer voor fantasie
strek u uit op starre stengels
stelen en stampers met
uw vederlicht bezoek.
Vul mijn gretige ogen
met uw kleurenrijkdom
verlucht al wat om u is
verlicht mijn verlangen
van vele zwarigheden
en verbloemde waarheid
Dag, vriendelijke vlinder
vlieg met mijn gedachtenis
nog voor vergankelijkheid.
Eduard Ditmar
Transformatie
Ik spin mij in aan een tak
De rups die zo vlinder wordt
In mijn netten van puur zijde
Kan ik 't doen en ongestoord:
Rusten, oplossen, transformeren
Van het levenswonder zo leren
Mij overgeven aan Gods bedoeling
In een totale eetlust bekoeling
Want als vlinder is mijn taak deze:
Eitjes te leggen, te reproduceren
Dan kunnen mijn vele rupsenkindjes
Gaandeweg weer hetzelfde leren
Lieselotte de Witte
Sonnet voor de vlinder
Fladderend in prachtige kleuren
van bloem naar struik, naar bloem
Zij lokken de vlinders met hun geuren
met hun nectar, zonder gezoem
Want vlinders vliegen stil
geruisloos door de lucht
In de bloem een licht getril
wanneer ze landen in de vrucht
In de zomer zie je ze op zonnige dagen
vooral bij inheemse planten vertragen
Daar genieten ze nectar, drank van goden
Zij brengen een boodschap van vreugde en verandering
want van rups naar vlinder, dat is nogal een ding
Symbool voor vergankelijkheid, leven van doden
E. Verwegen