De rups
nooit zal ze haar zien
die schoonheid
die ze eens zal zijn
Ettina J. Hansen
Tuinvreugde,
Op een zinderende zomerdag, in de koelte van de oude lindebomen,
wachtend, tegen de klok van vijven, op dat wat gaat komen.
Niet de gezelligheid van een traditioneel borreluur,
maar een fascinerend wonder der natuur.
Aandacht voor de wolk hanggeraniums bij de trap,
want daar beweegt zich al rap,
uit het niets, zonder enig gezoem,
een wezentje van bloem tot bloem.
Flitsend vliegt het heen en weer.
Op 'geluks'dagen zijn het er veel meer.
De lange roltong en vleugeltjes maken overuren,
daarom kan dit feest nooit lang duren.
Zo snel als het kwam, verdwijnt het nog gezwinder,
mijn tuinlust en leven, de kolibrievlinder.
Lucy Ebben
De vlinderstruik
In de achtertuin staat een struik met paarse bloemen.
Ik kan het met recht mijn favoriete plekje van de tuin noemen.
Als de zon gaat schijnen en de lente is daar,
is het geduldig wachten en plots verschijnen er een paar.
Weet jij wat er zojuist voorbij vloog?
Was het de kleine vos of was het een dagpauwoog?
Boudewijn zong al over vleugels van papier
De vlinder is een prachtig, maar o zo kwetsbaar dier.
Als ik naar je kijk, voel ik me weer goed en fijn.
Je bent voor mij als een gratis en natuurlijk medicijn.
Soms heb ik een mindere dag,
maar door jou verschijnt er altijd weer een glimlach.
Ik zou je willen vangen om je binnen te bewaren,
zodat ik ook in de winter naar je kan staren.
De tuin is een betere plek voor jou,
totdat je in het najaar vertrekt, weg van de kou.
Soms ben je bij de buren, er even vandoor,
maar je bent hier altijd weer welkom hoor.
Debbie de Ridder
Een vlinder in de storm
Een vlinder in de storm blijft niet lang in leven
De kleuren zullen oplossen en langzaam verdwijnen in het donker van de lucht
Maar echter daar aan de horizon
verschijnt een helder mooi licht
Net op tijd, wat is het mooi
De vleugels zijn al aan het drogen en de vlinder kan weer vliegen
In alle eeuwigheid
In herinnering, in volle kleur en in alle pracht
Vliegt hij, zo sterk en helemaal vrij, naar de horizon, naar het witte licht om daar
voor altijd een mooie vlinder te zijn
Nicole Gardenier
Zonder titel
jouw andere naam
in de taal die mij vormde:
“spannevo:gel”
Willem Spann
Vlieg & Vlinder
Twee grote rode ogen
en haren op mijn rug
Geen stil en mooi gevlinder
ik brom er luid op los
Ik wou dat ik een vlinder was
maar ai, ik ben een vlieg!
Twee saaie kleine vleugels
Je kunt ze haast niet zien
Ze vinden jou fantastisch
mij vinden ze maar vies
Ik wou dat ik een vlinder was
maar ai, ik ben een vlieg!
Maar Vlieg, zei Vlinder op een dag
Je glimt en glanst, dat heb ik niet
Je zingt, je straalt, en vliegt zo recht
niet dat gehaast flapflap
Jij bent Vlieg, en ik ben Vlinder
wie kan nu beide zeggen
Ik vlieg!
Ik, Vlieg
Anne-Margreet Niemeijer
Cycli
Een rups goed verborgen,
Beschut, gecamoufleerd,
Een vlinder zonder zorgen,
Doorkruist het luchtruim onverveerd
Werkend op zonlicht,
Direct of indirect,
Telkens een bloem in het vooruitzicht,
Voordat ze verder trekt
En om de cyclus voort te zetten,
Zoekt zij een gastplant op,
Met wat geluk zal niets beletten,
Die overgang van ei naar rups naar pop
Ontwijk predatie, en dat soort hinder,
Een transformatie tot nieuwe vlinder
Mara Langeveld
Een Goede Gastplant
Een geschikte gastplant
Dat is zo makkelijk nog niet
Maar voor de goede vinder
Ligt die toch snel in het verschiet
En voor zo'n slimme vlinder
Is dat wat kansen biedt
Maria Langeveld
Vlinderzin
Op je nazomervlucht was je in het zicht van mijn plaats aan haar bed: je fladderde voor het raam van haar laatste kamer. Ik zag je daar en zocht je later overal op: in mijn tuin, in het park, waar je maar wilde zijn, betekenisvol voor de eenzamen. Ik vond je in vele gedaantes, vele soorten, de kleuren gul en overvloedig of bescheiden. Hier houd je stand en daar verlies je terrein, de mensen houden je van de natuur gescheiden, weten ze niet dat door hun stenen ook jij verdwijnt? Maar steeds ben je er even weer, net als de eerste lentezon schijnt. Hoor je bij de dood of bij het leven? Jou is dat om het even, onze duiding is niet jouw domein, onze zingeving is bijna zelfbeklag: mijn vlinder is eeuwig maar ook een schepsel van de dag.
Marianne Klein