maandag 10 januari 2022
Het meetnet vlinders startte in 1990. Sinds die tijd zijn er honderden en inmiddels ruim 1300 tellers die jaar in, jaar uit wekelijks, van april tot en met september, vaste routes lopen en daarop de vlinders tellen. Dat zijn routes in de stad, in natuurgebieden en in landbouwgebied. Dit levert enorm veel waardevolle gegevens op over hoe het gaat met de vlinders in ons land.
Bijzonder is dat vrijwel alle tellers vrijwilligers zijn die in hun vrije tijd de tellingen doen. Samen hebben ze al de afstand van meer dan viermaal rond de aarde gelopen, meer dan 160.000 kilometer! In 2021 heeft een recordaantal tellers (1325) een recordaantal routes (1309) geteld. De tellingen beginnen in het voorjaar en gaan door tot in de nazomer. Een route is maximaal een kilometer lang, maar kan ook korter zijn. Omdat de routes wekelijks gelopen worden, is het verstandig om routes te kiezen die in de buurt zijn van waar je woont of werkt. Dan ben je flexibel en kun je, als je even een half uurtje hebt en het weer is goed, de vlinders gaan tellen. Er zijn namelijk vaste voorwaarden waaronder je mag tellen. Het is de bedoeling dat de gegevens goed van jaar tot jaar vergelijkbaar zijn en vandaar dat gestreefd wordt om die tellingen overal op dezelfde manier te laten gebeuren. Als het tussen 13 en 18 graden Celcius is mag je alleen tellen als het zonnig is. Is de temperatuur hoger, dan mag het ook bij meer bewolking. Er mag niet teveel wind zijn en het moet uiteraard droog zijn. Je mag pas tellen vanaf tien uur ’s ochtends en niet meer na vijf uur 's avonds.
Dat tellen van de route gaat steeds in hetzelfde tempo, of je nu de hele dag hebt of maar een half uurtje. In een rustige wandelpas loop je de route en tel je de vlinders 2,5e meter links en rechts van je (zie de tekening van de virtuele ‘telkooi’ hierboven). Ook die wandelpas is er voor de vergelijkbaarheid. Als je vier uur in je route loopt zie je vast veel meer vlinders dan in een kwartiertje en dan is vergelijking weer niet goed mogelijk. Het is dus nadrukkelijk niet het doel om zoveel mogelijk vlinders te tellen, maar om steeds op dezelfde manier gestandaardiseerd te tellen om daarmee wat te kunnen zeggen over of het goed of slecht gaat met de vlinders.
Het meedoen aan het meetnet is verslavend. Mensen vragen wel eens: “Is dat niet enorm saai, om jaar in jaar uit steeds maar weer diezelfde route te lopen?" Maar bijna alle tellers die je deze vraag voorlegt reageren ontkennend. “Het is elke keer weer enorm spannend wanneer welke vlinders verschijnen en of ze het beter doen dan vorig jaar of juist minder”. “Ieder jaar zie ik op precies hetzelfde takje op die kruising met het hoofdpad een gehakkelde aurelia zitten en denk ik weer, gelukkig, hij is er weer! Ik weet natuurlijk ook wel dat het niet kan, want gehakkelde aurelia’s leven niet zo lang, maar dat gevoel heb ik wel steeds en als hij maar niet komt mis ik hem echt." De routes worden echt ‘van de tellers’ en velen willen niet wisselen of stoppen. Mensen kiezen zelf hun route en leggen ligging en details vast met medewerkers van De Vlinderstichting. Die routes kunnen een paar honderd meter lang zijn, maar nooit meer dan een kilometer. Het is handig om de route ‘rond’ te leggen, zodat het eindpunt weer in de buurt van de start is. Dan kost het tellen de minste tijd en als je een keer haast hebt, lukt het dan toch nog net je route te lopen.
Het meetnet vlinders is een onderdeel van het Landelijk Meetprogramma Vlinders dat wordt uitgevoerd in opdracht van het ministerie van LNV en onderdeel is van het Netwerk Ecologische Monitoring (NEM).
Eindelijk zijn er weer vlinders!
3-jul-2024
Geen slecht vlindervoorjaar
20-mei-2024
Verdere achteruitgang vlinders
27-mrt-2024
Nachtvlinderjaar 2022
24-jan-2023