Eind juli-begin oktober in één generatie. De vlinders vliegen vanaf de vroege schemering en komen op smeer; later in de nacht komen ze ook op licht.
Rups: mei-juli. De rups komt ´s nachts tevoorschijn vanuit samengesponnen bladeren om te foerageren en verpopt zich in een cocon op de grond tussen eikenbladeren. De soort overwintert als ei vastgehecht aan een twijg van de waardplant. Het uitkomen van het eitje vindt plaats na het uitlopen van de knoppen.
Oak Lutestring
Violettgrauer Eulenspinner
la Diluée, la Cymatophore délayée
Cymatophorima diluta, Asphalia diluta, Polyploca diluta, Scodra diluta
Zeven soorten uit de onderfamilie Thyatirinae zijn bijeengevoegd onder de groepsnaam orvlinder (nadere toelichting zie bij de orvlinder, Tethea or). De eik is de enige waardplant van deze soort.
Cymatophorima: kuma is een golf en phoreo is dragen; vanwege de golflijnen van dit genus dat vroeger veel uitgebreider was.
diluta: dilutes is schoon gewassen; vanwege de bleke kleur van de voorvleugels.
(Denis & Schiffermüller, 1775)
Voorvleugellengte: 15-17 mm. Goed herkenbaar aan de twee duidelijke, zwartgerande, bruine dwarsbanden op de lichtgrijze voorvleugel. Er komen diverse kleurvarianten voor.
De orvlinder (Tethea or) heeft grijze dwarsbanden en vliegt vroeger in het jaar. Zie ook de peppel-orvlinder (T. ocularis).
Bekijk de gedetailleerde verschillen met illustraties tussen de Tethea- en Cymatophorina-soorten.
Vrij zeldzaam. De soort wordt voornamelijk in het oosten van het land gezien. RL: niet bedreigd.
Zeldzaam in Antwerpen, Limburg en Vlaams-Brabant; zeer lokaal in Oost- en West-Vlaanderen; soms plaatselijk talrijk. In Wallonië wijdverbreid ten zuiden van Samber en Maas en lokaal in hoge aantallen.
De soort staat op de Rode Lijst van Vlaanderen als Bijna in Gevaar (Veraghtert et al. 2023).
In West-Europa van Frankrijk tot Midden- en Zuid-Engeland; in Scandinavië alleen in Zuid-Zweden en Zuid-Noorwegen. In het zuiden tot de kusten van de Zwarte Zee en het noorden van Klein-Azië, Corsica, de noordelijke helft van Italië en de hele Balkan. De areaalgrenzen zijn nog niet geheel bekend.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Vooral oude loofbossen met volgroeide eiken.
Eik.
Word donateur
Steun De Vlinderstichting