Half maart-eind juni in één generatie. De vlinders vliegen vanaf de schemering en komen op licht. Overdag kunnen ze worden opgejaagd, vooral in open biotopen.
Rups: mei-juni De soort overwintert als pop in een cocon in de strooisellaag.
Water Carpet
Labkraut-Bindenspanner
la Cidarie enfumée
Cidaria suffumata, Larentia suffumata
Walstro is de enige waardplant van deze spanner en het uiterlijk is door de witte tekening op de bruine grondkleur fraai te noemen.
Lampropteryx: lampros is helder en pteron is vleugel; de sterke glans op de vleugels van deze soort.
suffumata: sub is iets en fumatus is berookt, rookachtig; verwijst naar de vleugelkleur. De auteurs hadden waarschijnlijk de vorm piceata voor zich die ook sterk glanzende vleugels heeft.
(Denis & Schiffermüller, 1775)
Voorvleugellengte: 14-17 mm. Deze bandspanner heeft een tamelijk spits toelopende voorvleugel, die gewoonlijk een bruinachtig witte tot lichtbruine, enigszins glanzende grondkleur heeft. De brede donkerbruine middenband heeft aan de buitenzijde een opvallend dubbel gepunt uitsteeksel. De kleuren van deze spanner zijn warm en helder en komen door de witte randen en lijnen goed uit.
De marmerspanner (Ecliptopera silaceata) heeft geen glanzend uiterlijk; bovendien bevindt zich aan de buitenrand van de middenband een serie duidelijke, van elkaar afgegrensde tandvormige vlekken. Lijkt ook op de wortelhoutspanner (Eulithis prunata) die echter pas in juli en augustus vliegt. Zie ook de kleine wortelhoutspanner (Electrophaes corylata).
Zeldzaam. Wordt slechts af en toe waargenomen, voornamelijk in het noordoosten van het land. RL: gevoelig.
Zeer zeldzaam in Vlaanderen. Beperkt tot de Westkust, waar de soort lokaal algemeen is. In 2014 twee losse waarnemingen in Oost-Vlaanderen. In Wallonië wijdverbreid en lokaal algemeen ten zuiden van Samber en Maas.
De soort staat op de Rode Lijst van Vlaanderen als Bijna in Gevaar (Veraghtert et al. 2023).
Spanje, West- en Midden-Europa inclusief de Britse eilanden oostwaarts tot Altaj en Kamtsjatka; in het noorden tot Noord-Scandinavië, in het zuiden tot Corsica, Italië, Klein-Azië en de Kaukasus.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Vochtige bossen, struwelen, heggen, slootkanten, natte heiden en moerassen; soms tuinen.
Diverse soorten walstro.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting