Half juni-half september in gewoonlijk één generatie. De vlinders vliegen vanaf de schemering en komen op licht.
Rups: augustus-oktober. De soort overwintert als pop in de grond.
Dark Spinach
Melden-Blattspanner
la Cidarie accompagnée , la Phalène de la patte-d'oie
akkerspanner, kajatehoutspanner
Larentia comitata, Cidaria comitata
Kajatehoutspanner is een al lang bestaande naam die al gebruikt wordt door Ter Haar in 'Onze vlinders' (begin vorige eeuw). Het woord kajatehout stamt uit het vroegere Nederlands-Indië, maar de betekenis voor de naamgeving van de gelijknamige spanner is onbekend; mogelijk dat de nervatuur van het hout overeenkomsten vertoont met het lijnenpatroon op de vleugel van de vlinder.
Pelurga: pelourgos is een werker in de klei. Vanwege de grijze kleikleur van deze soort.
comitata: comitor is bijwonen, begeleiden. Heeft waarschijnlijk te maken met de gelijkenis met S. chenopodiata, de soort die in de Systema naturae direct voorafging aan P. comitata; voor deze twee soorten gebruikte Linnaeus nagenoeg dezelfde bewoording.
(Linnaeus, 1758)
Voorvleugellengte: 16-18 mm. De bruinachtig gele of lichtbruine voorvleugel is breed en tamelijk afgerond van vorm; de vleugelpunt is enigszins spits. De middenband is donkerder van kleur en heeft halverwege een duidelijke uitstulping, meestal in de vorm van een stompe punt. De middenband bestaat uit verschillende zones die naar het midden toe steeds lichter worden en die gemarkeerd zijn door gegolfde randen. In de lichtste zone bevindt zich een kleine donkere middenstip. De tekening varieert slechts in kleine details.
Tot 23 mm; lichaam vrij dik met ruwe huid; bleek okerkleurig, soms met roze zweem, zwaar getekend met grijsachtig zwart boven de spiracula; een duidelijke brede zigzagstreep langs de flanken en donkere chevrons op de rug; kop witachtig met roodbruine tekening.
De gewone agaatspanner (Eulithis populata) heeft een dubbel gepunt uitsteeksel aan de middenband. De bessentakvlinder (Eulithis mellinata) onderscheidt zich door de kenmerkende rusthouding en het ontbreken van de middenstip.
Vrij algemeen. Komt verspreid over het land voor. RL: kwetsbaar.
Vrij zeldzaam in heel Vlaanderen en achteruitgaand. Wijdverbreid, maar waargenomen in lage aantallen. In Wallonië zeldzaam; recente waarnemingen uit alle provincies.
De soort staat op de Rode Lijst van Vlaanderen als Bijna in Gevaar (Veraghtert et al. 2023).
Spanje, West- en Midden-Europa inclusief de Britse eilanden via de gematigde zone tot Oost-Azië; in het noorden tot de poolcirkel, in het zuiden: Italië, de Balkan tot in het westelijke deel van Centraal-Azië.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Ruige open plekken, zowel op het platteland als in stedelijke omgeving en (volks)tuinen.
Diverse planten, waaronder melde en ganzenvoet.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting