Half juni-eind augustus in één generatie. De vlinders komen, soms in aanzienlijke aantallen, op licht.
Rups: eind maart-juni. De soort overwintert als ei op de waardplant.
Scalloped Oak
Heller Schmuckspanner
la Phalène de la mancienne , la Crocalle aglosse
Kortzuiger is een al lang bestaande naam die al gebruikt wordt door Ter Haar in 'Onze vlinders' (begin vorige eeuw).
De achtergrond van deze naam is niet geheel duidelijk.
Crocallis: crocallis verwijst naar de mooie (kallos is mooi) gele kleur van de crocus. Het is ook mogelijk dat Treitschke crocallis bedoelde, een ons onbekende maar kostbare steen die bij Plinius wordt genoemd, naar de gele grondkleur van de vlinder.
elinguaria: elinguis is sprakeloos, zonder tong: het mondgedeelte is onvolledig.
(Linnaeus, 1758)
Voorvleugellengte: 18-22 mm. Een gelige spanner met een bruine middenband en een opvallende zwartachtige centrale vlek op de voorvleugel. De kleur kan enigszins variëren. De achtervleugel is iets lichter en gelijkmatiger gekleurd. De vleugels worden in rust plat gehouden en hebben geen geschulpte randen.
Tot 43 mm; lichaam varieert in kleur van bleek grijsachtig bruin tot roodachtig bruin of purperachtig bruin, soms met een rij donkere, ruitvormige vlekken op de rugzijde van segment elf een kleine zwartgerande bult; kop licht- of donkerbruin.
Zie de getande spanner (Odontopera bidentata).
Getande spanner (Odontopera bidentata).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
Zeer algemeen. Komt verspreid over het hele land voor. RL: niet bedreigd.
Vrij algemeen in het hele land.
De soort staat op de Rode Lijst van Vlaanderen als Momenteel niet in Gevaar (Veraghtert et al. 2023).
Marokko (Rifatlas), het Iberisch Schiereiland en via heel Europa tot Japan; in het zuiden het hele Middellandse Zeegebied, de Zwarte Zee, Klein-Azië en de Kaukasus tot Kazachstan, in het noorden tot de poolcirkel.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting