wilgenschorsvlinder Apterogenum ypsillon

Familie

uilen (NOCTUIDAE)

Zeldzaamheid

Algemeen. Komt verspreid over het land voor. RL: niet bedreigd.

Rode lijst

Meer foto's

Terug naar boven ^

Levenswijze

Vliegtijd en gedrag

Begin juni-half augustus in één generatie. De vlinders komen zowel op licht als op smeer.

Levenscyclus

Rups: april-juni. Jonge rupsen leven in de katjes of tussen samengesponnen bladeren van de waardplant. Oudere rupsen verbergen zich overdag, vaak met meerdere exemplaren bij elkaar, in de strooisellaag of achter losse schors en foerageren ´s nachts op de bladeren. De verpopping vindt plaats in een cocon achter schors of in de strooisellaag. De soort overwintert als ei.

Verspreiding

Vliegtijd

Benaming

Engelse naam

Dingy Shears

Duitse naam

Weiden-Pappel-Rindeneule

Franse naam

l'Upsilon

Synoniemen

Enargia ypsillon, Apamea ypsilon, Orthosia ypsilon, Parastichtis fissipuncta, Dyschorista fissipuncta, Apamea fissipuncta, Sidemia fissipuncta, Parastichtis ypsillon

Meer

Toelichting Nederlandse naam

Wilg en populier zijn de waardplanten van deze soort; waarom hier schors  extra wordt benadrukt is onduidelijk. Meer over Nederlandse namen

Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam

ypsillon: ypsilon is een letter van het Griekse alfabet en de donkere pijlvlek lijkt daar wel wat op.

Auteursnaam en jaartal

(Denis & Schiffermüller, 1775)

Herkenning

Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: 15-19 mm. De voorvleugel heeft een tamelijk effen, licht- of donkergrijsachtig bruine of warm grijze kleur. Langs de geleidelijk gebogen voorrand bevinden zich kleine donkere vlekken en soms is een zwartachtige wortelstreep zichtbaar. Kenmerkend is de donkerbruine of zwartachtige tekening tussen de ringvlek en de niervlek; ook aan de andere zijde van de ringvlek ligt vaak een donkere vlek. Soms zijn de ringvlek en de niervlek met elkaar verbonden. De tapvlek is zichtbaar als een pijlvormige, zwart omlijnde vlek.

Verspreiding in Nederland in vier perioden

Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.

Habitat

Vochtige bossen, moerassen, rivieroevers en parken met wilg op vochtige kleigrond.

Planten

Wilg en populier.

Waardplant

Populier
Populus

Wilg
Salix

Actualiteiten

Ontdek meer

Blijf op de hoogte

Ontvang vlindernieuws

Soorten uit dezelfde familie uilen (NOCTUIDAE)

oostelijke monnik
Cucullia fraudatrix

moeras-grasuil
Lateroligia ophiogramma

zandstofuil
Caradrina selini

steenrode grasuil
Apamea lateritia

trapeziumuil
Xestia ditrapezium

variabele w-uil
Lacanobia suasa

Alle soorten uit deze familie