Eind april-begin september in twee generaties. De vlinders zijn overdag vanuit lage vegetatie op te jagen en vliegen soms in de late middagzon en aan het begin van de avond. Ze komen op licht.
Rups: juni-juli en september. De soort overwintert als pop in de strooisellaag.
White-banded Carpet
Schwarzweisser Weidenröschenspanner
la Cidarie des épilobes , la Mélanippe affligée
Euphyia luctuata, Spargania lugubrata, Euphyia lugubrata, Larentia lugubrata, Larentia luctuata
De bandspanners hebben een bandtekening dwars over de vleugels.
De witte band van deze bandspanner is opvallend en kenmerkend.
Spargania: Sparganium is het plantengeslacht egelskop; voor zover onze kennis strekt, is geen van de planten in dit genus een voedselplant van S. luctuata.
luctuata: luctus is treuren; vanwege het zwart/wit patroon op de voorvleugels
(Denis & Schiffermüller, 1775)
Voorvleugellengte: 14-15 mm. Kenmerkend is de brede, in het midden enigszins geknikte, witte band op de overwegend bruinzwarte voorvleugel; vanuit het donkere middenveld steekt een dubbele stompe punt in deze witte band. De zoom van de voorvleugel is bruinachtig zwart en gewoonlijk donkerder dan het middenveld; de grens tussen de donkere zoom en de witte band is altijd vrij scherp. De witte band loopt door op de achtervleugel en is daar nog breder; de achtervleugel heeft bovendien een brede zwarte zoom.
Bij de dubbelhoekbandspanner (Euphyia biangulata) en de scherphoekbandspanner (Euphyia unangulata) is de vleugelzoom lichter gekleurd dan het middenveld. Bovendien steekt bij de scherphoekbandspanner slechts één scherpe punt in de witte band en heeft de dubbelhoekbandspanner in het wortelveld vaak groenachtige schubben.
Zeldzaam. Een soort die verspreid over het land zeer lokaal voorkomt. RL: ernstig bedreigd.
Zeldzaam maar wijdverbreid ten zuiden van Samber en Maas. Vroeger ook waargenomen in de oostelijke helft van Vlaanderen, maar niet meer na 1980.
De soort staat als Regionaal Uitgestorven op de Rode Lijst Vlaanderen (Veraghtert et al. 2023).
Van West- en Midden-Europa via de gematigde zone tot in Mongolië en de Amoer. Ook in Noord-Amerika. Naar het noorden tot Noord-Scandinavië, in het zuiden: Spanje, Italië en via de Balkan tot in Zuid-Rusland.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Brede bospaden, open plekken in het bos, spoordijken en duinen.
Wilgenroosje en bosbes.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting