Eind juli-begin september in één generatie. De vlinders vliegen vanaf de vroege schemering en komen goed op licht; ze worden ook vaak aangetrokken door stadsverlichting.
Rups: september-juni. De rups, die onder de grond leeft en zich voedt met wortels en (ondergrondse) stengeldelen, overwintert tweemaal en verpopt zich in de grond.
Orange Swift
Ampfer-Wurzelbohrer
la Sylvine
zuringwortelboorder
Hepialus sylvina, Hepialus sylvinus, Hepialus hamma
De rups van een wortelboorder boort gangen in de wortels van de waardplant.
De grondkleur van de vleugels is oranje. In Engeland orange swift.
sylvina: sylvinus is een afwijkende spelling van sylvanus (silvanus); dit betekent: deeluitmakend van bos, het leefgebied van de soort hoewel deze vlinder niet uitsluitend in bossen voorkomt.
(Linnaeus, 1761)
Voorvleugellengte: ♂ 12-18 mm, ♀ 15-26 mm. Het mannetje heeft een kenmerkende oranjebruine voorvleugel, met twee donkergerande witachtige diagonale lijnen die een omgekeerde V vormen (de lijnen raken elkaar echter niet). Deze lijnen zijn nogal smal, tamelijk recht en ononderbroken. Het vrouwtje is iets groter en minder contrastrijk gekleurd dan het mannetje. De grootte is zeer variabel.
25-30 mm. Het lijf glimt en is vieswit; de kop is oranjebruin en de platen zijn een fractie lichter dan de kop; de stigma’s zijn donkerbruin.
Het minder contrastrijk gekleurde vrouwtje lijkt soms op de blekere vorm van de gemarmerde wortelboorder (Korscheltellus fusconebulosa); deze laatste heeft echter een witte vlek op de vleugelwortel en in het midden van de voorvleugel en bovendien geblokte franje. Zie ook de slawortelboorder (Pharmacis lupulina). Bij twijfel kan de vliegtijd hulp bieden.
Slawortelboorder (Pharmacis lupulina), gemarmerde wortelboorder (Korscheltellus fusconebulosa), heidewortelboorder (Phymatopus hecta) en
hopwortelboorder (Hepialus humuli).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
Zeer algemeen. Komt verspreid over het hele land voor; lokaal soms talrijk.
Algemeen in het hele land. Lokaal soms talrijk.
De soort staat op de Rode Lijst van Vlaanderen als Momenteel niet in Gevaar (Veraghtert et al. 2023).
Van Portugal tot Klein-Azië en van Zuid-Scandinavië tot Sicilië en Griekenland. Ook in Engeland, maar niet op Corsica, Sardinië en Kreta.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Wegbermen, bosranden, ruige graslanden en tuinen.
Diverse kruidachtige planten, waaronder zuring, paardenbloem en adelaarsvaren; waarschijnlijk ook grassen.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting