Half mei-eind juli in één generatie. De mannetjes vliegen in de schemering rond de waardplanten, waarbij ze een ananasachtige geur verspreiden om vrouwtjes te lokken; ook bij zonsopgang worden ze soms vliegend waargenomen. Zowel mannetjes als vrouwtjes komen in kleine aantallen op licht.
Rups: augustus-april. De rups, die onder de grond leeft en zich voedt met wortels en (ondergrondse) stengeldelen, overwintert tweemaal en verpopt zich in de grond.
Gold Swift
Heidekraut-Wurzelbohrer
l'Hépiatique, l'Hépiale de la fougère, la Platte-en-masse
gouden wortelboorder, heidekruidwortelboorder, kleine hopvlinder, varenwortelboorder
Hepialus hecta, Hepialus hectus, Hepialus flina
De rups van een wortelboorder boort gangen in de wortels van de waardplant. Een van de habitats van deze soort is heide.
hecta: hectikos is hectisch, onrustig; dit slaat op óf de manier van vliegen óf op de tekening van de vleugels óf op beide.
(Linnaeus, 1758)
Voorvleugellengte: ♂ 12-15 mm, ♀ 13-16 mm. De goudkleurige tekening op de voorvleugel van het mannetje is kenmerkend. Anders dan bij de andere wortelboorders loopt de band aan de vleugelbasis min of meer parallel aan de buitenste band en is vaak halverwege afgebroken. Het minder contrastrijk gekleurde vrouwtje heeft brede, purpergrijze banden op de voorvleugel.
18-22 mm. Het lijf is gerimpeld en is witachtig grijs; de kop glimt en is kastanjebruin; er zitten grijsbruine plaatjes op de rug en aan de zijkant van de borststuksegmenten; de kleine stigma’s zijn zwart.
De slawortelboorder (Pharmacis lupulina) is minder slank en de witte banden lopen, indien aanwezig, niet parallel maar vormen een omgekeerde V.
Oranje wortelboorder (Triodia sylvina), slawortelboorder (Pharmacis lupulina), gemarmerde wortelboorder (Korscheltellus fusconebulosa) en hopwortelboorder (Hepialus humuli).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
Algemeen. Komt verspreid over het hele land voor, vooral op de zandgronden; op sommige vliegplaatsen zeer talrijk.
In Vlaanderen wijdverbreid en lokaal algemeen ten oosten van de lijn Antwerpen-Brussel; lokaal en zeldzaam in Oost- en West-Vlaanderen. In Wallonië wijdverbreid en vrij algemeen.
De soort staat als Kwetsbaar op de Rode Lijst van Vlaanderen (Veraghtert et al. 2023).
Van Europa naar het oosten tot Japan (ssp. japonicus, Inoue, 1982). Wel in Engeland en op Sicilië; ontbreekt op Corsica, Sardinië en Kreta.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Vooral open bossen met een ondergroei van grassen, varens of dwergheesters; ook struwelen, heiden en ruige graslanden.
Vooral bosbes en diverse soorten varens; soms ook andere kruidachtige planten of grassen.
Actualiteiten
Ontdek meerWord donateur
Steun De Vlinderstichting