Half maart-eind mei in één generatie. De vlinders komen op licht.
Rups: mei-juli. De rups foerageert het liefst op volgroeide bomen. De soort overwintert als pop in een cocon op of in de grond.
Scarce Prominent
Mönch-Zahnspinner
le Bombyx carmélite
Lophopteryx carmelita
Berk is een belangrijke waardplant van de berkentandvlinder.
Tandvlinders hebben aan de voorvleugel een uitstulping die in rust als een tand boven de vlinder uitsteekt.
Odontosia: odous, odontos is een tand en osis is een duw, naar de opvallende pluk dorsale schubben die omhoog komen als de vleugels worden opgevouwen.
carmelita: carmelita is een latijnse vorm van Carmeliet, een monnik met een kap, naar de pluim op de torax.
(Esper, 1799)
Voorvleugellengte: 18-21 mm. De voorvleugel is blauw- tot zilverachtig grijs; aan de voorrand rood- of purperachtig bruin. Ter hoogte van de buitenste dwarslijn ligt een opvallende, kommavormige crèmekleurige voorrandvlek; bij de binnenste dwarslijn is vaag een tweede, meestal veel kleinere voorrandvlek zichtbaar. De franje is roomwit en donkerbruin geblokt. Er is weinig variatie in kleur en tekening.
Snuitvlinder (Pterostoma palpina).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
Zeldzaam. Komt lokaal voor in de noordelijke en oostelijke helft van het land. RL: ernstig bedreigd.
Zeer zeldzaam, maar lokaal vrij algemeen. Beperkt tot Luik en Luxemburg.
Van het noorden van het Iberisch schiereiland (Pyreneeën) via West-, Midden- en Noord-Europa, inclusief de Britse eilanden, tot Rusland (Wolgagebied). Schintlmeister (1987 a, b) wijst op de aanwezigheid in Mongolië. Naar het zuiden: van de Alpen tot de Zwarte Zee. In het noorden Scandinavië tot boven de poolcirkel.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Vooral (berken)bossen.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting