snuitvlinder Pterostoma palpina

Familie

tandvlinders (NOTODONTIDAE)

Zeldzaamheid

Zeer algemeen. Komt verspreid over het hele land voor. RL: gevoelig.

Rode lijst

gevoelig

Meer foto's

Terug naar boven ^

Levenswijze

Vliegtijd en gedrag

Begin april-begin september in twee generaties. De vlinders komen op licht, vooral het mannetje.

Levenscyclus

Rups: juni-september. De soort overwintert als pop in een cocon in de strooisellaag onder de waardplant.

Verspreiding

Vliegtijd

Benaming

Engelse naam

Pale Prominent

Duitse naam

Palpen-Zahnspinner

Franse naam

le Museau

Oud Nederlandse naam

snavelspinner

Synoniemen

ptilodontis palpina

Meer

Toelichting Nederlandse naam

Snuitvlinder is een al lang bestaande naam en wordt al gebruikt door Ter Haar in 'Onze vlinders'.
Snuit in de soortnaam wijst op de opvallende, in rust naar voren uitstekende palpen van deze vlinder.

Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam

Pterostoma: pteron is een veer en stoma is het uiteinde van een lange, dicht met schubben bezette palp, vroeger beschouwd als monddeel. Mcloed houdt het op de geveerde antenne.
palpina: palpus is de labiale lip die 'erg lang is, opgericht en zwaar bekleed met lange ruige schubben' (Meyrick, 1928).

Auteursnaam en jaartal

(Clerck, 1759)

Herkenning

Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: 18-25 mm. Deze tandvlinder heeft in rust een kenmerkend uiterlijk dat veel gelijkenis vertoont met een stukje hout. Het meest opvallend zijn de lange vooruitstekende, enigszins omhoog gerichte palpen en bij het mannetje het lange, in twee haarbosjes eindigende achterlijf. De smalle voorvleugel is grijsachtig geel met donkere aders en stippen en heeft vaak twee vage, sterk getande bruinachtige dwarsbanden. De kleur kan enigszins variëren. Op de rugzijde is in rusthouding een opvallend rechthoekige, donker gerande kam zichtbaar. De franje is soms geschulpt. De antennen zijn bij het mannetje tamelijk sterk geveerd en bij het vrouwtje slechts licht geveerd.

Kenmerken rups

Tot 42 mm; lichaam met zeer veel dwarsplooitjes; kleur groenachtig blauw met een witachtige zweem boven de spiracula; over de rug vier witachtige lengtestrepen en boven de spiracula een witte lengtestreep, die langs de bovenrand een zwarte zoom heeft; kop blauwachtig groen met aan weerszijden een zwarte streep.

Gelijkende soorten rups

Berkentandvlinder (Odontosia carmelita).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).

Gelijkende soorten rups

Verspreiding in Nederland in vier perioden

Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.

Habitat

Bossen, struwelen, parken en tuinen.

Planten

Vooral wilg en (ratel)populier.

Waardplant

Populier
Populus

Wilg
Salix

Actualiteiten

Ontdek meer

Blijf op de hoogte

Ontvang vlindernieuws

Soorten uit dezelfde familie tandvlinders (NOTODONTIDAE)

Alle soorten uit deze familie