Begin april-half september in twee generaties. De vlinders komen op licht.
Rups: mei-juli en september-begin oktober. De rups verbergt zich overdag tussen samengesponnen bladeren en komt ´s nachts tevoorschijn om te foerageren. De verpopping vindt plaats tussen samengesponnen bladeren van de waardplant. De poppen van de herfstgeneratie vallen met de bladeren op de grond en overwinteren.
Scarce Chocolate-tip
Schwarzgefleckter Rauhfussspinner
l'Anachorète
grijs matje
Pygaera anachoreta
Kleine wapendrager is een al lang bestaande naam en wordt al gebruikt door Ter Haar in 'Onze vlinders'.
Wat achter wapendrager gezocht moet worden is onduidelijk. Bij de Clostera's zou het betrekking kunnen hebben op het in rust boven de vleugels uitstekende lichaamsuiteinde.
Het is ook goed mogelijk dat met wapen een medaille wordt bedoeld. De wapendragers hebben alle een medaille in de punt van de voorvleugel.
Bij de oude namen was er een indeling van wapendager kleine wapendrager en kleinste wapendrager. Daar is het kleine in de huidige soortnaam van deze vlinder op terug te voeren; het is zeker niet de kleinste van de groep.
Clostera: kloster is een spoel, naar de vorm van het abdomen die slank is en taps toeloopt in de anale segmenten.
anachoreta: anakhoretes is een kluizenaar; de rups woont in een 'cel' van samengesponnen bladeren.
(Denis & Schiffermüller, 1775)
Voorvleugellengte: 14-19 mm. Een belangrijk kenmerk is de duidelijk afgetekende bruine vlek bij de vleugelpunt van de voorvleugel die wordt doorsneden door de witte buitenste dwarslijn. Opvallend zijn de (meestal) twee zwarte vlekjes bij de binnenrandhoek.
De donkere wapendrager (C. pigra) is kleiner en heeft bij de vleugelpunt een kleinere, vaak lichtere, niet duidelijk afgetekende roodbruine vlek; de zwarte vlekjes bij de binnenrandhoek ontbreken. Bij de bruine wapendrager (C. curtula) ligt de kenmerkende bruine vlek helemaal aan de buitenzijde van de buitenste witte dwarslijn; in plaats van de duidelijke zwarte vlek bij de binnenrandhoek heeft de bruine wapendrager hooguit enige kleine onopvallende vlekjes.
Vrij zeldzaam. Komt verspreid over het land lokaal voor; er zijn vrijwel geen waarnemingen bekend uit het noordoosten van het land. RL: bedreigd.
Vrij zeldzaam in het hele land. Komt wijdverbreid voor in lage aantallen.
De soort staat op de Rode Lijst van Vlaanderen als Bijna in Gevaar (Veraghtert et al. 2023).
Van het Iberisch schiereiland via een groot deel van Europa, inclusief Zuid-Engeland tot Oost-Azië (China, Japan). Naar het zuiden tot de noordkant van de Middellandse Zee, inclusief Italië en de noordelijke Balkan tot Centraal Azië. Naar het noorden tot in Scandinavië en tot de poolcirkel.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Struwelen, parken, tuinen en windsingels.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting