Eind mei-eind augustus in één generatie. Zowel de mannetjes als de vrouwtjes komen op licht.
Rups: juli-september. De rups leeft meestal hoog in de boom en verpopt zich in de grond in een stevige cocon. De soort overwintert als pop.
Weissbinden-Zahnspinner
la Demi-Lune blanche , le Bombyx druide
Notodonta querna, Ochrostigma querna
Een opvallende witte dwarslijn ligt over de voorvleugel van de witlijntandvlinder. Tandvlinders hebben aan de voorvleugel een uitstulping die in rust als een tand boven de vlinder uitsteekt.
Drymonia: drumos is eiken hakhout, dit genus komt veelvuldig voor in eikebossen.
(Denis & Schiffermüller, 1775)
Voorvleugellengte: 15-20 mm. Deze tandvlinder is in vergelijking met andere Drymonia-soorten donkerder en scherper getekend. De witachtige middenband is smal. De achtervleugel is wit.
De zuidelijke tandvlinder (D. velitaris) heeft een opvallend zandkleurig wortelveld. Zie ook de gestreepte tandvlinder (D. dodonaea) en de maantandvlinder (D. ruficornis).
Vrij algemeen. Komt vooral voor op de zandgronden in het binnenland; ook in Zeeuws-Vlaanderen wordt de soort lokaal waargenomen. De westelijke areaalgrens loopt over Nederland. RL: niet bedreigd.
Vrij algemeen in Vlaanderen. Wijdverbreid in alle provincies, maar ontbreekt in Zuid-West-Vlaanderen. Nagenoeg afwezig in Wallonië.
De soort staat op de Rode Lijst van Vlaanderen als Momenteel niet in Gevaar (Veraghtert et al. 2023).
Van het Iberisch schiereiland via West-, Midden- en Zuid-Europa oostwaarts tot Zuid-Rusland. In het zuiden Italië en de Balkan tot Voor-Azië. Naar het noorden tot Noord-Duitsland.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Oude loofbossen.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting