moerasspirea-uil Athetis pallustris

Familie

uilen (NOCTUIDAE)

Zeldzaamheid

Zeer zeldzaam. Een soort waarvan verspreid over het land slechts enkele recente waarnemingen bekend zijn. RL: ernstig bedreigd.

Rode lijst

ernstig bedreigd

Meer foto's

Terug naar boven ^

Levenswijze

Vliegtijd en gedrag

Half mei-half juli in één generatie. Het mannetje komt op licht, het vrouwtje is bij warm weer soms aan het eind van de middag actief.

Levenscyclus

Rups: juni-april. De volgroeide rups overwintert in een stevig spinsel op of in de grond. In het voorjaar is de rups nog een korte periode actief en in april vindt de verpopping plaats in een cocon op of in de strooisellaag.

Verspreiding

Vliegtijd

Benaming

Engelse naam

Marsh Moth

Duitse naam

Wiesen-Staubeule

Franse naam

l'Hydrille des marais

Synoniemen

Hydrilla pallustris, Hydrilla palustris, Athetis palustris, Hydrillula palustris

Meer

Toelichting Nederlandse naam

Moerasspirea is een belangrijke waardplant van deze uil.

Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam

Athetis: athetos is zonder vaste woon- of verblijfplaats; een afwijkend genus waar moeizaam een plekje voor gevonden kon worden in de hele systematiek.
pallustris: een schrijffout van palustris is behorend bij het moeras, naar de habitat van dit genus.

Auteursnaam en jaartal

(Hübner, 1808)

Herkenning

Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: ♂ 15-16 mm, ♀ 9-11 mm. Het mannetje van deze uil heeft een relatief smalle en afgeronde vleugel met een reebruine tot grijsachtige grondkleur. De niervlek en de enigszins langwerpige ringvlek zijn klein, donker en goed zichtbaar. Het vrouwtje is veel kleiner en heeft een donkerbruine voorvleugel met een bij de vleugelwortel sterk gebogen voorrand. De niervlek is goed zichtbaar, maar de ringvlek is vaag of afwezig. Zowel het mannetje als het vrouwtje hebben een kenmerkende manier van voortbewegen. Het mannetje is opvallend licht gebouwd en komt stuntelig fladderend op licht aanvliegen; het vrouwtje kan nauwelijks vliegen, maar wel snel lopen, ongeveer op dezelfde manier als een kever.

Gelijkende soorten vlinder

De gewone stofuil (Hoplodrina octogenaria) en de egale stofuil (Hoplodrina blanda) zijn steviger gebouwd en hebben een grotere niervlek. De zuidelijke stofuil (Hoplodrina ambigua) heeft net als de moerasspirea-uil een opvallend witte achtervleugel, maar heeft grotere, licht omlijnde uilvlekken op de voorvleugel. De huisuil (Caradrina clavipalpis) heeft donkere vlekjes langs de voorrand. Zie ook de bleke stofuil (A. gluteosa).

Verspreiding in Nederland in vier perioden

Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.

Habitat

Moerassen, natte weilanden en hooilanden.

Planten

Moerasspirea, smalle en grote weegbree en mogelijk andere kruidachtige planten.

Waardplant

Moerasspirea
Filipendula

Weegbree
Plantago

Actualiteiten

Ontdek meer

Blijf op de hoogte

Ontvang vlindernieuws

Soorten uit dezelfde familie uilen (NOCTUIDAE)

Alle soorten uit deze familie