randvlekuil Charanyca ferruginea

Familie

uilen (NOCTUIDAE)

Zeldzaamheid

Algemeen. Komt vooral voor op de zandgronden in het binnenland en in de duinen; ook daarbuiten af en toe een waarneming. RL: kwetsbaar.

Rode lijst

kwetsbaar

Meer foto's

Terug naar boven ^

Levenswijze

Vliegtijd en gedrag

Eind mei-begin augustus in één generatie. De vlinders komen zowel op licht als op smeer en bezoeken bloemen.

Levenscyclus

Rups: augustus-mei. De rups foerageert ´s nachts en verbergt zich overdag in de strooisellaag. De soort overwintert als vrijwel volgroeide rups. De verpopping vindt plaats in een cocon in de grond.

Verspreiding

Vliegtijd

Benaming

Engelse naam

Brown Rustic

Duitse naam

Dunkle Waldschatteneule

Franse naam

la Ferruginée, la Noctuelle ténébreuse

Synoniemen

Rusina umbratica, Stygiostola umbratica, Rusina tenebrosa, Rusina ferruginea

Meer

Toelichting Nederlandse naam

De witte vlekjes langs de voorrand van de vleugels zijn kenmerkend voor deze vlekuil. Meer over Nederlandse namen

Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam

ferruginea: ferrugineus is de kleur van ijzerroest; eveneens naar de grondkleur van de vlinder.

Auteursnaam en jaartal

(Esper, 1785)

Herkenning

Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: 14-16 mm. Deze uil is ondanks de vaalbruine kleur en de vaak onduidelijke tekening meestal niet moeilijk te herkennen. Het mannetje heeft sterk geveerde antennen en een tamelijk brede bruine of donkerbruine voorvleugel. De achterrand van de voorvleugel vormt zowel met de voorrand als met de binnenrand een bijna rechte hoek. Langs de voorrand bevinden zich vijf of zes witachtige vlekjes, waarvan de grootste twee zich meestal aan het uiteinde van de donkere centrale dwarslijnen bevinden. Vaak valt een donkere middenschaduw tussen de niervlekken op. Het vrouwtje is kleiner, heeft een smallere voorvleugel en de achterrand gaat veel geleidelijker over in de binnenrand; bovendien heeft het vrouwtje ongeveerde antennen en een minder sterke tekening.

Verspreiding in Nederland in vier perioden

Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.

Habitat

Loofbossen, graslanden en heiden.

Planten

Allerlei kruidachtige planten, waaronder walstro, weegbree, zuring, wikke, adderwortel en aardbei.

Waardplant

Bosaardbei
Fragaria

Walstro
Galium

Vlasbekje
Linaria

Duizendknoop
Persicaria

Weegbree
Plantago

Zuring
Rumex

Wikke
Vicia

Actualiteiten

Ontdek meer

Tijdschriften

Soorten uit dezelfde familie uilen (NOCTUIDAE)

iepenuil
Cosmia diffinis

lichte korstmosuil
Bryophila domestica

variabele herfstuil
Agrochola lychnidis

steenrode grasuil
Apamea lateritia

zeeuwse grasworteluil
Apamea oblonga

bonte daguil
Protoschinia scutosa

Alle soorten uit deze familie