Juni-juli in één generatie.
Augur-Bodeneule
Agrotis lidia
De Agrotis- en Euxoa-soorten werden samengevoegd onder de groepsnaam worteluil. De rupsen hebben een relatie met plantenwortels.
Een paar contrasterende witte vlekken liggen langs de voorrand van de voorvleugels.
Euxoa: euxoos is goed gepoetst; dit zou naar de achtervleugel verwijzen.
(Stoll, 1782)
Voorvleugellengte: 15-18 mm. De grondkleur van de voorvleugel van deze uil is bruinachtig zwart. De ringvlek en de niervlek zijn opvallend licht van kleur, soms in het midden grijsachtig. De dwarslijnen op de voorvleugel zijn helder wit en zeer fijn. De achtervleugel is vuilwit met langs de achterrand een brede donkere band. De antennen van het mannetje zijn zeer kort getand.
Exemplaren met grijs opgevulde uilvlekken kunnen verward worden met een bont getekende graanworteluil (E. tritici), maar de vleugels zijn langer.
Zwartvlakworteluil (Euxoa obelisca), graanworteluil (Euxoa tritici), rookkleurige worteluil (Euxoa nigricans), variabele worteluil (Euxoa cursoria), grijze worteluil (Agrotis cinerea), bonte worteluil (Agrotis vestigialis), puta-uil (Agrotis puta), gewone velduil (Agrotis segetum), grote worteluil (Agrotis ipsilon), geoogde worteluil (Agrotis clavis), duinworteluil (Agrotis ripae) en gewone worteluil (Agrotis exclamationis).
Let op: de rupsen van de Euxoa- en de Agrotis-soorten zijn erg moeilijk uit elkaar te houden.
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
Zeer zeldzaam. De soort is af en toe in het binnenland waargenomen. De laatste waarneming dateert uit 1995 in Limburg.
Deze soort komt niet in België voor.
De witvlekworteluil komt verspreid over Noord- en West-Duitsland en Nederland voor.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Allerlei kruidachtige planten waaronder paardenbloem en duizendknoop.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting