Let altijd goed op, op welke plant u de rups hebt aangetroffen. Dit is vrijwel altijd de waardplant en dus het voedsel van de rups. Daarnaast kan de naam van de waardplant ook behulpzaam zijn bij het op naam brengen van de rups.
Lees meer over het voedsel van rupsen
Pak de rups voorzichtig op, het liefst op het blad of het takje waarop deze zit. Vervoer de rups in een potje of doosje. Zorg er altijd voor dat in het potje waarin de rups vervoerd wordt, kleine gaatjes zitten voor de ventilatie. Doe wat plantenmateriaal in het potje, zodat de rups kan eten.
Als u de rups die u mee wilt nemen op de grond hebt aangetroffen en u weet niet om welke soort het gaat, is het raadzaam om wat plantenmateriaal uit de directe omgeving mee te nemen, bijvoorbeeld bladeren van aanwezige kruiden of bomen. Misschien betrof het een nog niet volgroeide rups die van plant wisselde, maar vaak zal het gaan om een rups die op zoek is naar een geschikte plaats om zich te verpoppen.
Neem een bakje van bijvoorbeeld plastic. Het is ook mogelijk een kartonnen doos, bijvoorbeeld een schoenendoos, te nemen waardoor vrijkomend vocht wordt geabsorbeerd in plaats van op de wanden terecht te komen. Hierdoor ontstaat minder vervuiling en daardoor ook minder kans op schimmelvorming en ziekte. Een glazen pot is niet aan te raden omdat het vocht er moeilijk uit kan en de pot vanwege de smalle opening moeilijk schoon te houden is.
Doe in de bak een laag niet te vochtige aarde van ongeveer zeven centimeter of in het geval van de grote pijlstaartrupsen een laag van tien centimeter. Leg op de aarde wat droog strooisel in de vorm van dode bladeren en dergelijke.
Sluit het geheel af met het bijbehorende deksel of fijn gaas, vitrage of vershoudfolie. Als u vershoudfolie of een deksel gebruikt, prik daar dan voldoende gaatjes in voor de ventilatie. Het gaas, de vitrage of de vershoudfolie moet zo vastgemaakt worden dat de bak in zijn geheel goed afgesloten wordt, zodat niet alleen de rups niet kan ontsnappen, maar er ook geen andere insecten zoals sluipwespen bij de rups kunnen komen (zie ook Sluipwespen en vlinders).
Voeg voldoende vers plantenmateriaal toe waarvan de rups kan eten. Door een potje of (afgeknipt plastic) bekertje met natte grond in te graven en daarin de takjes of bladeren van de waardplant te zetten wordt uitdroging voorkomen en blijft de lucht voldoende vochtig. Zorg dat er altijd een klein beetje water zichtbaar is boven de grond in het bekertje, maar voeg niet te veel water toe, anders kunnen de rupsen verdrinken. Het laagje water boven de grond belet de rupsen zich in de grond van het bekertje te verpoppen en voorkomt dat pop beschadigd zou raken als in het bekertje nieuwe takjes worden gezet. In de winter wordt soms door overwinterende rupsen nog af en toe gegeten, zorg dus dat er steeds wat waardplantmateriaal aanwezig is.
Zet de kweekbak met de rups in een niet verwarmde maar wel droge ruimte, bijvoorbeeld een schuur of garage. Vooral bij rupsen of poppen die overwinteren is het van groot belang dat de kweekbak niet binnenshuis of in een in de winter verwarmd vertrek wordt geplaatst. Voortijdig oplopen van de temperatuur leidt namelijk tot een onnatuurlijk vroeg uitkomen van de vlinder. Haal regelmatig de rupsenpoep weg omdat er anders schimmel en ziektevorming kan optreden. Zorg verder voor een rechtopstaand takje of een ander ruw oppervlak waarlangs de uiteindelijk vers uitgekomen vlinder later omhoog kan kruipen. Voor veel soorten is dat nodig, omdat de vlinder alleen op die manier de vleugels goed open kan vouwen en kan laten opdrogen.
De meeste soorten dagvlinders verpoppen zich aan een takje of aan de bovenkant of zijkant van de kweekbak. Als de rups in het voorjaar of in de zomer is gevonden is de kans groot dat er hetzelfde jaar nog een vlinder van de tweede of derde generatie uit de pop komt, in andere gevallen is het waarschijnlijk dat de pop of rups een winter overligt en in het navolgende jaar uitkomt.
Afhankelijk van de soort verpopt de rups van een nachtvlinder zich onder de grond of in de strooisellaag (een relatief klein aantal soorten verpopt in een plantenstengel of stam of tak). Ook sommige nachtvlinderrupsen kunnen zich binnen afzienbare tijd verpoppen en nog hetzelfde jaar als vlinder tevoorschijn komen. De meeste soorten hebben echter slechts één generatie per jaar en zullen pas het volgende voorjaar uitkomen. De overwintering vindt plaats als pop of als rups. Met name van rupsen die in de late zomer worden aangetroffen is de kans groot dat deze, alvorens zich te verpoppen, overwinteren. Sommige soorten die als pop overwinteren ‘liggen over’, dat wil zeggen: ze overwinteren een aantal keren en komen pas het tweede, derde of zelfs pas vierde jaar uit!