maandag 24 november 2008
U denkt waarschijnlijk bij libellen aan een warme zonnige dag. Toch zijn ook in de winter libellen te vinden: winterjuffers. Deze libellen zijn gespecialiseerd in het overwinteren als volwassen libel.
Het is winter en het vriest. De bomen en struiken zijn prachtig wit besneeuwd. Het is nauwelijks voor te stellen dat er nu nog volwassen libellen te vinden zijn met dit gure en koude weer. Voor de meeste libellen klopt dat ook: ze brengen de winter als larve of eitje door onder water. Hun ouders zijn in de zomer of in het najaar al gestorven. Twee soorten vormen hierop een uitzondering: de bruine en de noordse winterjuffer. Zij zijn weldegelijk in de winter als imago (volwassen libel) te vinden. Als je goed zoekt tenminste…
De bruine en noordse winterjuffer behoren tot de familie van de pantserjuffers. Winterjuffers kenmerken zich door een lichtbruin lichaam met donkere metaalbruine figuren. In tegenstelling tot andere juffers vouwen ze alle vier hun vleugels aan één kant van het lichaam bij elkaar, zodat ze wat sneller kunnen opwarmen in koude perioden. Noordse winterjuffers komen voor in de noordelijke helft van Nederland. Bruine winterjuffers komen vooral voor in het oosten en zuiden (hoge zandgronden) en in de duinen. Winterjuffers komen aan het eind van de zomer als imago uit het water tevoorschijn en vliegen dan al snel van het water weg, op zoek naar geschikte plekken om te jagen en (later) om te overwinteren. Dit kan vele kilometers verwijderd zijn van het water waar ze uit zijn gekomen. Om te overwinteren zoeken ze beschutte plekjes op in de vegetatie. Favoriet zijn pollen van struikheide of pijpenstrootje. Hier kruipen ze diep in weg en kunnen ze maandenlang roerloos blijven hangen. Ze vertrouwen volledig op hun schutkleur om niet door vogels of muizen te worden opgegeten.
Om de vorst te overleven hebben winterjuffers, net als bijvoorbeeld citroenvlinders, een soort antivries in hun lichaam. Dit zorgt ervoor dat ze een temperatuur tot -15 graden Celcius kunnen overleven. Als de winter bijna ten einde is worden de winterjuffers weer actief. Bij zonnig weer en bij een temperatuur vanaf 12 graden Celcius kunnen winterjuffers weer vliegend gezien worden. Soms is dit al in februari. De juffers zijn dan heel donker geworden en de ogen krijgen aan de bovenkant een blauwige kleur. Vanaf maart zijn de eerste winterjuffers al weer bij het water aanwezig, veel eerder dan andere libellen. De voortplanting vindt plaats van maart tot in mei. In de zomermaanden, wanneer andere libellensoorten boven water volop in de weer zijn, leven winterjuffers als larve onder water. In augustus en september sluipt een nieuwe generatie winterjuffers weer uit.
Wilt u winterjuffers zien in de winter? Alleen wie veel geduld en doorzettingsvermogen heeft kan op succes rekenen. De grootste trefkans heeft u op kleine heidevelden in het binnenland, die beschut liggen in het bos. Doorzoek hier nauwkeurig grote pollen pijpenstrootje en struikheide en geef niet te snel op! De winterjuffers zitten vaak diep weggedoken in het pijpenstrootje of in het midden van de heidestruik.
Tekst: Kim Huskens en Tim Termaat, De Vlinderstichting
Foto: André den Ouden