maandag 13 januari 2014
Vijftig natuur-, landschaps- en dierenwelzijnsorganisaties, waaronder De Vlinderstichting, presenteren een gezamenlijke visie op natuurbescherming in Nederland. Zij pleiten voor erkenning van de intrinsieke waarde van natuur en een basisbescherming en zorgplicht voor alle dieren en planten.
Aangezien veel soorten in Nederland het moeilijk hebben, moeten leefgebieden van bedreigde dier- en plantensoorten worden beschermd, in stand worden gehouden en hersteld. Ook stellen de groene organisaties voor om het vergroten en verbinden van natuurgebieden in de wet vast te leggen.
Een voorstel voor een nieuwe Wet natuurbescherming is in augustus 2012 door de toenmalige demissionaire staatssecretaris Bleker ingediend bij de Tweede Kamer. Dit voorstel – dat de bestaande natuurregelgeving in Nederland uitholde – is door de huidige Tweede Kamer controversieel verklaard. In het regeerakkoord van het huidige kabinet is opgenomen dat het wetsvoorstel via een nota van wijziging zal worden aangepast. Deze nota van wijziging wordt waarschijnlijk begin 2014 door staatssecretaris Dijksma bij de Tweede Kamer ingediend, waarna de parlementaire behandeling start.
Teo Wams van Natuurmonumenten en Fred Wouters van Vogelbescherming Nederland presenteren namens vijftig natuur-, landschaps- en dierenwelzijnsorganisaties op het symposium ‘Naar een nieuwe natuurwet’ maandag 13 januari in Den Haag een gezamenlijke visie op de natuurwetgeving in Nederland. Het draagvlak voor natuurbescherming is groot. De organisaties vertegenwoordigen samen een achterban van 4 miljoen leden en donateurs, en 100.000 zeer actieve vrijwilligers.
De groene organisaties willen dat de intrinsieke waarde van natuur in de wet wordt opgenomen. Dit betekent erkenning van de zelfstandige waarde van natuur, los van de gebruikswaarde van natuur voor de mens. Voor alle wilde dieren, planten en hun leefomgeving moet een basisbescherming en zorgplicht gaan gelden, zodat onder meer natuurvandalisme als het dumpen van afval en motorcrossen in de natuur kan worden aangepakt.
Aangezien veel soorten in Nederland het moeilijk hebben, moet de natuur niet passief maar actief beschermd worden. Dit betekent dat leefgebieden van bedreigde dier- en plantensoorten worden beschermd, in stand gehouden en hersteld. Afschot van dieren mag alleen plaatsvinden in het kader van schadebestrijding en beheer. De lijst met vrij bejaagbare soorten – en daarmee de plezierjacht – wordt afgeschaft.
De organisaties stellen voor om het vergroten en verbinden van natuurgebieden in de wet vast te leggen. Dit natuurnetwerk bestaat uit twee typen beschermde gebieden: natuurgebieden van internationaal belang en natuurgebieden van nationaal belang. Ook rust, stilte en ruimte moeten blijvend worden beschermd. Juist in een druk land als Nederland staan deze waarden vaak onder druk.
Met dit voorstel laten de groene clubs zien dat het mogelijk is om natuur en landschap streng te beschermen waar dat nodig is en er tegelijkertijd voor te zorgen dat economische ontwikkelingen en andere maatschappelijke activiteiten mogelijk blijven. Dit kan door de programmatische aanpak in de wet te verankeren. Wanneer de natuurkwaliteit van een kwetsbaar natuurgebied verbetert, ontstaat er meer ruimte voor economische ontwikkeling.
Lees hier het volledige document.
De organisaties die zich scharen achter deze visie, zijn Natuurmonumenten, Vogelbescherming Nederland, Waddenvereniging, Dierencoalitie (22 organisaties), Natuur en Milieufederaties, De Vlinderstichting, KNNV, Soortenbescherming Nederland, Stichting De Noordzee, Vereniging Politie Dieren‐ en Milieubescherming, Wereld Natuur Fonds, De12Landschappen, Landschapsbeheer Nederland, IVN, Milieudefensie, EIS, FLORON, Ravon, Zoogdierenvereniging, VOFF, IUCN NL, De Faunabescherming, Duinbehoud, Stichting Goois Natuurreservaat, Vereniging Platform Lichthinder , Natuur & Milieu en Samenwerkingsverband Nationale Parken.