vrijdag 29 maart 2019
Tussen 1890 en 2017 is het aantal dagvlinders met minstens 84% achteruitgegaan, waarbij 15 soorten zelfs helemaal uit Nederland zijn verdwenen. Dit blijkt uit een analyse van langetermijngegevens (tot 127 jaar terug) door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en De Vlinderstichting, gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Biological Conservation.
"Vroeger zag je veel meer vlinders." We kunnen ons nu al haast niet meer voorstellen hoeveel dat er moeten zijn geweest. Want het is waar: vroeger waren er echt veel meer.
Vlinderwaarnemingen over de periode 1890-2017 werden geanalyseerd om de langetermijnverandering in het voorkomen van vlindersoorten in Nederland te bepalen. Voor 71 soorten was het mogelijk om betrouwbare historische trends te bepalen voor de periode vanaf 1890 tot 1990. Hierbij is rekening gehouden met veranderingen in 'onderzoeksinspanning', want het feit dat we tegenwoordig meer gegevens hebben dan nu, betekent niet dat er meer vlinders zijn.
Tegenwoordig verzamelen we waarnemingen van vlinders vooral digitaal, bijvoorbeeld via Telmee, Waarneming.nl of Tuintelling.nl. Dat was vroeger natuurlijk anders. De gegevens uit het verleden betreffen vooral waarnemingen uit in collecties verzamelde vlinders. Later kwamen er ook gegevens van excursieverslagen en dagboeken bij.
No other animal is more typical of a healthy environment, nor more suscepible to change, than a butterfly - Dr. J. Feltwel, 1986
Sinds 1990 worden waarnemingen systematisch verzameld binnen het Landelijk Meetprogramma Vlinders. Als het aantal getelde vlinders in de monitoringroutes wordt geanalyseerd, blijkt dat:
Tegenwoordig zijn bloemenweides verdwenen, door ruilverkaveling en intensivering weggevaagd. Voedselplanten voor rupsen worden steeds schaarser. Veel geschikte plekjes hebben plaats moeten maken voor huizen, wegen, industrie en landbouw.
Veel geschikte plekjes voor vlinders zijn ver uit elkaar komen te liggen. En dat is een probleem: de meeste vlinders kunnen namelijk niet ver vliegen. Een grote weg of een kanaal kan al een te grote hindernis vormen en de barrières voor vlinders worden steeds groter. Wanneer een vlindersoort ergens verdwijnt is de kans groot dat hij daar nooit meer terugkomt.
In onze graslanden is de achteruitgang van biodiversiteit sterk. Niet alleen in Nederland, maar ook in Europa is dit het geval. Bloemen in het gras komen nauwelijks meer voor, onder invloed van hoge stikstofgiften en grootschalige ontwatering. Een bloemenrijkdom vergelijkbaar met vroeger wordt tegenwoordig alleen nog gevonden in natuurgebieden.
De trend in verspreiding van bosvlinders nam af tot 1980 en stabiliseerde daarna. De recente uitbreiding van enkele zeldzame bosvlinders (boswitje, kleine ijsvogelvlinder, grote weerschijnvlinder en keizersmantel) geeft aan dat de habitatomstandigheden aan het verbeteren zijn. Dit wordt waarschijnlijk gestimuleerd door klimatologische opwarming in combinatie met weer toenemende variatie in de bossen.
Voor de vlinders van de heide gaat de achteruitgang nog steeds door. Versnippering en de te hoge stikstofbelasting zijn de belangrijkste oorzaken.
De Vlinderstichting gelooft dat iedereen kan bijdragen aan het beschermen van vlinders. Zo voorzien we iedereen die wil meehelpen aan het beschermen van vlinders van de juiste informatie, en wordt het ‘vlindereffect’ steeds groter. Van wetenschappelijk onderzoek tot kleuterlespakketten, en alles daartussen.
En dan: aan de slag! Maaien, zaaien, planten, snoeien. Met professionals of vrijwilligers, elke dag of eens per jaar: alle beetjes helpen. Zo worden steeds meer plekken omgevormd tot vlinderparadijzen.
Lees publicatie in Biological Conservation
Het Landelijk Meetprogramma Vlinders wordt uitgevoerd in opdracht van het ministerie van LNV en is onderdeel van het Netwerk Ecologische Monitoring.
achteruitgang Biodiversiteit CBS CodeRoodVoorNatuur insectensterfte onderzoek wetenschappelijk