donderdag 25 februari 2021
Er zijn twee veelgebruikte methoden om te onderzoeken welke nachtvlinders ergens voorkomen: met een felle lamp voor een laken of op een nachtvlinderval en stropen, ook wel smeren genoemd. Dat laatste werkt niet op alle momenten in het jaar even goed, maar nu, in het vroege voorjaar als er nog maar weinig bloemen bloeien, is het een prima manier om een aantal voorjaarsuilen te zien te krijgen.
Stropen is het aanbrengen van een zoete stof op bomen of andere stevige elementen. Dit doe je rond zonsondergang en vanaf een uur daarna kun je de plekken controleren. Je moet je daarbij rustig gedragen en voorzichtig, van enige afstand, de plekken beschijnen met een zaklamp. Zeker als vlinders er nog maar net opzitten zijn ze snel verstoord en laten ze zich vallen of vliegen weg. Als ze er wat langer opzitten zijn ze makkelijker te benaderen en dan kun je ze vaak ook goed fotograferen. Er zijn heel veel verschillende stropen en veel werken prima, als ze maar lekker zoet zijn. Er zijn prachtige recepten in omloop met allerlei ingrediënten en veel nachtvlinderaars hebben ook ‘eigen’ geheime toevoegingen en er lekker mee experimenteren kan geen kwaad. Als je van snel en simpel houdt, kun je ook gewoon flink wat (poeder)suiker oplossen in rode wijn. Dat hoeft geen Grand Cru te zijn: een goedkope slobberwijn werkt ook prima. De wijn met suiker kun je met een plantenspuit op de bomen spuiten. Dat hoeven geen vierkante meters te zijn, maar kleine plekjes zijn al voldoende. Als nu gaat smeren, kun je nog winteruilen verwachten zoals de zwartvlekwinteruil, wachtervlinder en bosbesuil, maar de komende weken verschijnen ook de echte voorjaarsuilen.
De dennenuil is gebonden aan de hogere zandgronden en deze begint in maart te vliegen, maar heeft de piek in april. Het is een bontgekleurde uil waarvan de herkenning niet zo moeilijk is. Ook de nunvlinder is niet met andere vlinders te verwarren, met een grote gebogen zwarte vlek in de vleugels. De vijf andere voorjaarsuilen zijn wat lastiger. Binnen een soort bestaat ook nog variatie en dat maakt herkenning niet altijd even gemakkelijk. De dubbelstipvoorjaarsuil is ook wel variabel van kleur, maar de twee duidelijke zwarte vlekjes, waaraan de soort de naam te danken heeft, zijn altijd aanwezig. Voor de andere voorjaarsuilen kijk je vooral naar de grootte, en de vorm, grootte en kleur van de zogenaamde uilvlekken. Al die uilen hebben een niervlek, die vaak ovaal tot niervormig is en een kleinere ronde ringvlek. Bij de tweestreepvoorjaarsuil, die redelijk verspreid over het land voorkomt, zijn deze groot en lichtomrand. De kleine voorjaarsuil heeft een opvallend smalle niervlek en zo zijn er een aantal kenmerken waardoor de voorjaarsuilen uit elkaar te houden zijn.
We krijgen af en toe teleurgestelde reacties van mensen die hebben gesmeerd en geen enkele vlinder hadden. “Wat doe ik verkeerd”? vragen ze, “Is mijn smeer wel goed, want we lezen altijd over tientallen vlinders op de stroop”. Stropen kan inderdaad veel vlinders opleveren, maar dat is lang niet altijd het geval. Vaak wordt over succesvolle smeernachten uitgebreid gecommuniceerd, maar over nachten zonder vlinders niet. Daarom, als het een keer niet werkt gewoon een andere avond opnieuw proberen. Vooral in maart, en in de zomer vanaf half juli werkt smeren vaak erg goed en zelfs midden in de winter, op niet te koude nachten, kun je succes hebben. Als in het voorjaar er erg veel bloemen in bloei komen wordt het aantal vlinders op smeer vaak duidelijk minder. Natuurlijk heb je ook meer kans op vlinders als je meer bomen smeert.
Bosbesuil Dennenuil Dubbelstipvoorjaarsuil KleineVoorjaarsuil Nunvlinder Stropen Tweestreepvoorjaarsuil voorjaarsvlinders Wachtervlinder Zwartvlekwinteruil
Voorjaarsmotten spotten
24-feb-2020
Voorjaarsuilen komen tevoorschijn
26-mrt-2018
Uilen wakker door hoge temperatuur
28-dec-2022
Stroop lokt voorjaarsuilen
4-mrt-2015