maandag 29 maart 2021
Wie in de schemer weleens buiten is, zal het zijn opgevallen dat de eerste nachtvlinders alweer rondvliegen. Vooral spanners, die qua bouw wat weg hebben van een dagvlinder en een rustige sierlijke vlucht hebben, zijn soms talrijk waar te nemen. Het gaat in dit geval om mannetjes, want van veel van deze vroege soorten kunnen de vrouwtjes namelijk niet vliegen.
Het klinkt misschien gek: vlinders die niet kunnen vliegen, maar in Nederland en België komt een aantal nachtvlindersoorten voor waarvan de vrouwtjes slechts stompjes hebben als vleugels. Dit zijn voornamelijk soorten die in de winter of in het vroege voorjaar vliegen. Om te kunnen vliegen, moeten nachtvlinders hun vleugels voldoende opwarmen. Door de lage temperaturen kost dit proces in de winter en het vroege voorjaar relatief veel energie. Die kan door de vrouwtjes beter in de voortplanting worden gestoken. Wie niet vliegt, heeft geen vleugels nodig en deze vrouwtjes hebben dan ook sterk gereduceerde vleugels. Nadat de vleugelloze vrouwtjes uit de pop zijn gekomen, klimmen ze in een boom of struik en verspreiden daar feromonen – sekslokstoffen - om de mannetjes, die wel kunnen vliegen, te laten weten dat ze er zijn. De beste manier om vrouwtjes te vinden, is dan ook met een zaklamp de stammen van bomen af te zoeken.
Vijf soorten met vleugelloze vrouwtjes zijn voornamelijk al voor de jaarwisseling te vinden; in het vroege voorjaar zijn er acht soorten actief. Zo zijn de grote voorjaarsspanner en de voorjaarsboomspanner momenteel voornamelijk op eiken te vinden. Veel soorten nachtvlinders zijn te herkennen op basis van de tekening op de vleugels, maar dat is bij deze vrouwtjes soms erg lastig. Het moment waarop een vrouwtje wordt aangetroffen is ook geen betrouwbaar kenmerk, omdat ze soms vroeger of later uit de pop komen. Betere kenmerken zijn bijvoorbeeld de basiskleur en de beharing. Maar niet elke vlinder met korte stompjes is een van deze soorten. Vlinders die net uit de pop komen, moeten hun vleugels nog oppompen, waardoor het eerst ook nog stompjes lijken.
Let dus altijd goed op alle de kenmerken van de vlinders bij het op naam brengen. Vind je een vlinder die net uit de pop komt en zijn vleugels nog moet oppompen? Laat dan de vlinder zoveel mogelijk met rust, teveel verstoring kan er voor zorgen dat de vleugels niet goed uitklappen en de vlinder niet zal kunnen vliegen.
Op de website van De Vlinderstichting staat een overzicht waarmee je de meest algemene vleugelloze vrouwtjes kunt herkennen. Dat is gratis te downloaden.