donderdag 5 januari 2023
Tussen alle andere lijstjes een moment om terug te kijken naar het vlinderjaar 2022. Wat ging er goed, wat ging er slecht, en wat voor bijzondere dingen gebeurden er? Het was zeker geen goed vlinderjaar voor de dagvlinders, hoewel er een aantal soorten het best prima deden. De ‘harde’ cijfers komen over een paar weken, maar hier vast een voorschot.
2022 was het slechtste jaar sinds 1990 voor de kleine vuurvlinder, en een van de slechtste voor koevinkje, argusvlinder, zwartsprietdikkopje, landkaartje, grote parelmoervlinder, groot dikkopje, duinparelmoervlinder, bruine eikenpage, gentiaanblauwtje, kleine heivlinder, veenbesblauwtje en veenbesparelmoervlinder. Maar het was ook een slecht jaar voor de habitatrichtlijnsoorten donker pimpernelblauwtje en grote vuurvlinder. 2022 was juist een van de beste jaren voor kleine ijsvogelvlinder, bont zandoogje, keizersmantel, grote vos en iepenpage, allemaal bosvlinders. Ook klaverblauwtje en oranje luzernevlinder werd lokaal veel gezien.
De veldparelmoervlinder dook in de duinen bij Oostvoorne en op Goeree-Overflakkee op meerdere plekken tegelijkertijd op. Het is onwaarschijnlijk dat dit een spontane vestiging is (de eieren worden in één klomp afgezet, je zou dan maar op één plek nakomelingen verwachten), maar hoe de soort er dan is terecht gekomen zullen we wellicht nooit weten. De kleine weerschijnvlinder klopt op onze deur in Zuid-Limburg en is daar ook dit jaar weer meerdere keren gezien. Deze soort profiteert van de klimaatopwarming, en heeft zich al jaren uitgebreid in België. We verwachten de komende jaren een keer een vestiging.
Weer verloren we populaties van het gentiaanblauwtje. Hoeveel zijn er nog over 10 jaar? De grote vuurvlinder werd opvallend weinig gezien in de Rottige Meenthe. Gaat deze populatie verdwijnen, net als 20 jaar geleden die in de Wieden? Dan zouden we nog maar één populatie overhebben. Er waren nog maar een paar waarnemingen van de kleine heivlinder op het Kootwijkerzand. Het zou goed kunnen dat 2022 het laatste jaar was voor deze soort in ons land. Daarmee zou deze vlinder uit heel NW Europa verdwenen zijn.
In de zomer kregen we een klein invasiegolfje van de bosrandparelmoervlinder, voor zover bekend allemaal mannetjes. Deze soort duikt met zekere regelmaat in NL op, maar weet zich (nog?) niet te vestigen. De braamparelmoervlinder krijgt inmiddels wel vaste voet in het zuiden van ons land, maar de waarneming in Bloemendaal (NH) is toch wel een eind buiten de verwachte verspreiding. Het dambordje wordt steeds vaker gemeld. Een echte uitbreiding, of worden ze vooral meer gezien omdat er meer gekeken wordt? Het dwergblauwtje lijkt goed in staat om populaties van wondklaver op te sporen, en plant zich nu voort op meerdere plekken in Zuid-Limburg. Het kaasjeskruiddikkopje wist de Westerschelde over te steken. We verwachten nu een snelle uitbreiding in de Delta. Bijzonder was ook de ontdekking van een nog niet bekende populatie van het veenhooibeestje in Drenthe. Deze bevindt zich op particulier terrein en was daarom nooit eerder ontdekt. De locatie kan niet bezocht worden.
(Het jaar 2022 van de nachtvlinders volgt in een apart artikel.)
Tekst en foto’s: Chris van Swaay, De Vlinderstichting
2023 Bosrandparelmoervlinder ChrisVanSwaay DonkerPimpernelblauwtje Gentiaanblauwtje GroteVuurvlinder MeetnetVlinders Natuurbericht Veldparelmoervlinder
Verdere achteruitgang vlinders
27-mrt-2024
Heel veel vlinders, feit of opschepperij?
19-dec-2023
Laagveeninsecten onder druk
26-okt-2023