Nieuwsbericht

Klepelen, kan dat ecologisch?

donderdag 21 november 2024

De afgelopen tijd was klepelen meermaals in het nieuws. Waterschappen stevenen af op een verbod op inzet van klepelmaaiers per 1-1-2025, maar vinden dat onterecht omdat ze die machine ook inzetten bij extensiever beheer. En dat extensieve klepelbeheer zou dan goed zijn voor biodiversiteit. Het is goed om te beginnen met wat context. Waar gaat deze discussie eigenlijk over?

Om te beginnen de context.

In Nederland hebben we wetgeving die onze natuur en leefomgeving beschermt. Voorheen werd dat geregeld via de Wet Natuurbescherming, sinds enige tijd is die wet opgegaan in de Omgevingswet. Bij de uitvoering van werkzaamheden, zoals het maaien van bermen en watergangen, wordt mogelijk de wet overtreden en kunnen beschermde soorten beschadigd, verstoord of gedood worden. Omdat bermen, watergangen en heel veel andere terreinen zonder grazende dieren toch echt wel een keer beheerd moeten worden, is er al langer geleden gekozen voor een instrument om de wet te omzeilen: de gedragscode. Dit is, plat gezegd, een set aan gedragsregels die je moet volgen om zoveel mogelijk schade aan natuur te voorkomen en tegelijkertijd de wet te mogen overtreden. Er valt meer over te zeggen, maar ik houd het even bij deze korte beschrijving. Tal van organisaties en overheden hebben een eigen gedragscode, bijvoorbeeld gemeenten, provincies, terreinbeheerders en ook de waterschappen. De ‘oude’ gedragscodes, opgesteld onder de (inmiddels niet meer bestaande) Wet Natuurbescherming, lopen eind 2024 af. Er moeten dus nieuwe versies komen. Daar gaat een lang voorbereidingstraject aan vooraf, waarin er onderhandeld wordt tussen de verstrekker van de toestemming, het ministerie van LVVN en RVO enerzijds en de aanvragende partij(en) anderzijds. Uit de onderhandeling voor de nieuwe gedragscode voor de waterschappen is onder andere een verbod op klepelen gekomen.

Waarom zou je klepelen verbieden?

Om die vraag te beantwoorden is het goed om naar de ecologische effecten van een klepelmaaimachine te kijken. Uit tal van onderzoeken komt naar voren dat een klepelmaaier an sich veel directe schade toebrengt aan insecten. Als je een niet al te mobiel insect bent en je zit in bijvoorbeeld een berm die geklepeld wordt, dan weten we dat 80-90% van de insecten dat niet overleeft. Dat is fors. Dan is er ook nog een indirect effect van klepelen als je het maaisel laat liggen: er komen veel voedingsstoffen vrij uit het maaisel. Natuurlijk komen die in de bodem terecht. Een paar plantensoorten houden van die voedselrijke omstandigheden en grijpen hun kans: grote brandnetel, gewone berenklauw, fluitenkruid, kropaar en zo nog een paar. Stuk voor stuk mooie planten, met een ecologische functie. Maar wel jammer dat ze op steeds meer plekken de oorspronkelijk gevarieerde begroeiing bestaande uit veel meer plantensoorten verdringen. En het op steeds meer plekken meer van hetzelfde wordt. Er verdwijnt karakter uit onze landschappen.

(tekst gaat verder onder afbeelding)

Als je dat in ogenschouw neemt en je maakt regels die natuurschade moeten voorkomen, zoals voor de gedragscode, dan is het te begrijpen dat er gezegd wordt: klepelmaaiers passen niet bij voorkomen van natuurschade.

Maar er is meer:

Sinds ruim tien jaar is er bij een select aantal waterschappen en met name waterschap Hunze en Aa’s een ontwikkeling in gang gezet richting extensiever beheer met als doel om biodiversiteit te sparen. Er zijn verschillende maaibeelden ontwikkeld, waarin gefaseerd gemaaid wordt, er op grote arealen maar één maaibeurt per twee jaar uitgevoerd wordt en bovendien het maaisel van het talud verwijderd wordt en op het naastgelegen schouwpad wordt gedeponeerd. Alleen, en nu komt het punt: dit extensieve, gefaseerde beheer, wordt uitgevoerd met een klepelmaaier. Waarom? Omdat de vegetatie te zwaar is geworden om met andere typen maaimachines te maaien. Er zitten boompjes in van soms wel 3-4cm dik, er is wat stuggere en ruigere vegetatie gekomen omdat er twee jaar geleden voor het laatst gemaaid is. En dat kan alleen de klepelmaaier aan. Een (ecologisch beter presterende) schijvenmaaier of messenbalk komt zelden tot niet door dergelijke vegetatie heen. En hier wringt de schoen: als klepelen niet meer zou mogen volgens de nieuwe gedragscode, dan kan dit extensieve beheer ook niet meer. Het is mogelijk dat dit extensievere beheer tot enige winst voor natuur heeft geleid, zeker als je dat tien jaar lang achter elkaar doet. Cijfers hierover ontbreken helaas, want de waterschappen hebben verzuimd om te onderzoeken wat dit gefaseerde klepelbeheer oplevert voor biodiversiteit.

Media-uitingen

Nu zijn we bij de media-uitingen beland. Het is een gemiste kans dat de discussie die de waterschappen in de media hebben aangezwengeld wordt gevoerd over klepelen zonder afvoer en zonder fasering. Althans, als je letterlijk leest wat er staat. En in diezelfde media-uitingen wordt dit klepelen allerlei positiefs voor natuur toegedicht, wat gebaseerd is op wensen en niet-getoetste verwachtingen. Zo zou hoger klepelen ervoor zorgen dat ongewervelden gespaard worden, met name bijen en mieren, hetgeen voorbijgaat aan zowel de brute kracht van de maaier, de impact van de looprol en de ecologie van deze soortgroepen. Ook zou klepelen tot een gevarieerde vegetatiestructuur leiden, hetgeen absoluut niet zo is. Klepelen en laten liggen van maaisel homogeniseert de vegetatie, maakt die bloemarm en voedselrijk. Kortgezegd: er wordt onzin over klepelen verkondigd. Ik vind het echt onverantwoord dat waterschappen dit doen. Er wordt gesuggereerd dat klepelen goed is voor natuur, terwijl dat alleen mogelijk geldt voor gefaseerd en extensief klepelen met afvoer van maaisel. Maar of dat zo is moet nog aangetoond worden door goed veldonderzoek. En dat staat allemaal niet in de media-uitingen. Nog vreemder wordt het dat waterschappen deze media-uitingen doen terwijl De Vlinderstichting begin november is gestart met een literatuurstudie naar de effecten van verschillende vormen van maaibeheer en maaimachines…in opdracht van de Unie van Waterschappen.

(Bron: Anthonie Stip, projectleider De Vlinderstichting, LinkedIn artikel)

AnthonieStip bermbeheer EcologischBermbeheer extensief fasering klepelen klepelmaaier Kleurkeur natuurbeheer Waterschappen