dinsdag 28 juni 2011
Het gaat goed met de vlinders in het Harderbos. Enkele jaren terug heeft het maaibeheer hier plaats gemaakt voor begrazing door Schotse Hooglanders. Het aantal waargenomen vlinders is sindsdien verdubbeld.
Vrijwilliger Bram Smit telt sinds 2004 een vlinderroute in het Harderbos. De route ligt op de voedselrijke klei van de voormalige Zuiderzee en loopt via grasbanen langs enkele poelen. Dit gebied werd eerst onregelmatig geklepeld*. Hierbij blijft het maaisel achter, wat de bodem verrijkt.
Sinds 2007 grazen hier Schotse Hooglanders. Door deze omzetting van het beheer is de structuurvariatie en de soortensamenstelling van de vegetatie sterk veranderd ten gunste van de vlinders. Zo bestond de vegetatie ten tijde van het klepelbeheer uit een monotone structuur- en soortenarme ruigte met maximaal 17 soorten planten. Door de begrazing is dit veranderd in een structuur- en soortenrijkere vegetatie met na drie jaar begrazing al meer dan dertig soorten planten!
De effecten hiervan zijn terug te vinden in de resultaten van de vlindertellingen. Het aantal waargenomen vlinders verdubbelde (piekjaar 2009 met 1415 exemplaren), het aantal soorten fluctureerde tussen 13 en 16. Onder invloed van de begrazing zijn soorten als klein koolwitje, klein geaderd witje en bruin zandoogje toegenomen. Het meest spectaculair is de toename van oranjetipje en icarusblauwtje. Deze laatste soort is een goede indicator voor een grotere structuurvariatie waarin hopklaver en kleine klaver groeien.
Groot koolwitje en atalanta lijken minder gecharmeerd van de grazers: deze soorten namen vanaf 2007 af in aantal. Bij de atalanta is dat te verklaren door de afname van de hoeveelheid grote brandnetel.
*Klepelen: met een grove maaimachine bewerken
Bron: Natuurmonumenten