Half april-half september in twee generaties. De vlinders vliegen vanaf de schemering en komen op licht. Overdag worden ze soms opgejaagd van de waardplant.
Rups: begin juni-begin oktober. De soort overwintert als pop in de strooisellaag.
Currant Pug
Hopfen-Blütenspanner
l'Eupithécie du groseiller
kleine bessenspanrups
Tephroclystia assimilata
Alle soorten uit het Genus Eupithecia plus nog een aantal andere kleine spanners zijn samengebracht onder de groepsnaam dwergspanner.
Hop is een belangrijke waardplant van deze dwergspanner.
Eupithecia: eu is goed, goedig en pithex, pithekos is een dwerg. De vlinders hebben een aantrekkelijk uiterlijk en zijn klein. Haworth schrijft: mooie vlinders, als ze rusten zien ze er prachtig uit: de vleugels gespreid en vlak, elegant gedrukt tegen de ondergrond; eigenlijk helemaal ontworpen om ze in vlinderkasten te verzamelen.
Assimilata: assimilis is lijkend op. Lijkt op andere Eupithecia's.
Doubleday, 1856
Voorvleugellengte: 9-12 mm. Het meest in het oog springend is de grote crèmekleurige vlek in de binnenrandhoek van de voorvleugel; ook de crèmekleurige golflijn is opvallend. Zowel de middenstip als de vlekken langs de voorrand zijn goed zichtbaar. De grondkleur van de tamelijk korte afgeronde voorvleugel is gelijkmatig rood- of grijsachtig bruin. De franje van de voor- en achtervleugel is geblokt. In rust imiteert de vlinder een uitstekend takje door de vleugels plat op de ondergrond te houden met het achterlijf omhoog.
22-24 mm. Lijf groen of groenachtig grijs met een donkerder ruglijn, iets lichtere subdorsale lijnen en geel op de segmentscheidingen.
De kruiskruiddwergspanner (E. expallidata) is groter en bleker van kleur; de witte vlek in de binnenrandhoek is onduidelijk. Zie ook de drievlekdwergspanner (E. trisignaria), de egale dwergspanner (E. absinthiata) en de schermbloemdwergspanner (E. tripunctaria).
Paardenbloemspanner (Idaea seriata) en vlekstipspanner (I. dimidiata).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
Vrij algemeen. Komt verspreid over het hele land voor. RL: kwetsbaar.
Vrij algemeen in het hele land.
De soort staat op de Rode Lijst van Vlaanderen als Momenteel niet in Gevaar (Veraghtert et al. 2023).
Van West-Europa inclusief de Britse eilanden tot ver in Azië (Siberië, Armoergebied); in het noorden in Zweden en Finland tot de 67e breedtegraad en in het zuiden tot Spanje, Portugal, Italië en de Balkan.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Struwelen en open bossen op vochtige en voedselrijke grond; ook tuinen en volkstuinen.
Hop, maar ook grote brandnetel, framboos en diverse bessensoorten.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting