zwartvlekspikkelspanner Menophra abruptaria

Familie

spanners (GEOMETRIDAE)

Zeldzaamheid

Zeer zeldzaam. Een uiterst zeldzame zwerver waarvan slechts enkele vangsten bekend zijn. Mogelijk bevinden zich in Zuid-Holland enkele lokale populaties; er worden daar de laatste jaren af en toe één of meerdere exemplaren van deze soort op licht aangetroffen. RL: gevoelig.

Rode lijst

gevoelig

Meer foto's

Terug naar boven ^

Levenswijze

Vliegtijd en gedrag

In Nederland zijn waarnemingen bekend uit maart en april en van eind juli en augustus. De soort vliegt meestal in één generatie; soms is er sprake van een partiële tweede generatie. De vlinders worden soms overdag op boomstammen en hekken gevonden. Ze komen in kleine aantallen op licht.

Levenscyclus

Rups: juni-september. De soort overwintert als pop in een cocon op de waardplant.

Verspreiding

Vliegtijd

Benaming

Engelse naam

Waved Umber

Duitse naam

Lederbrauner Rindenspanner

Franse naam

la Boarmie pétrifée

Synoniemen

Hemerophila abruptaria

Meer

Toelichting Nederlandse naam

De spikkelspanners hebben een grijze tot grijsbruine grondkleur met veel golvende dwarslijnen en veelal besprenkeld met donkerder spikkels.
Zwartvlek wijst op de lichtomrande zwarte vlek op de voorvleugel van het mannetje. Meer over Nederlandse namen

Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam

Menophra: mene is de maan en ophrus is een wenkbrauw in het Latijn cilia en dus de cilia of de vleugelfranje van een insect; vanwege de sterk getande achterranden, vooral van de achtervleugel, waardoor veel halve maantjes ontstaan.
abruptaria: abruptus is afgebroken; verwijzing naar de roodachtig bruine schaduw vanuit de vleugelpunt naar het midden, waar het zeer abrupt eindigt.

Auteursnaam en jaartal

(Thunberg, 1792)

Herkenning

Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: 18-21 mm. Houdt in rusthouding de vleugels plat, zodanig dat de donkerbruine lijnen en banden van de voor- en de achtervleugel de indruk wekken van scheurtjes in een houten oppervlak. Het patroon van dwars over de achtervleugel lopende scherpgerande banden is uniek. De achterrand van de achtervleugel is tamelijk diep geschulpt. De grondkleur varieert van witachtig bruin, vooral bij het vrouwtje, tot diep geelachtig bruin.

Kenmerken rups

Tot 40 mm; lichaam grijsachtig bruin, soms met een groene zweem of bijna volkomen zwart; over de rug rozeachtig of purperachtig bruine vlekjes en donkere strepen en banden; op de rug ook drie kleine, zwartgerande bultjes; kop grijsachtig bruin, diep ingesneden.

Verspreiding in Nederland in vier perioden

Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.

Habitat

Loofbossen, struwelen en parken.

Planten

Liguster, maar ook gewone es, vlier en sering.

Waardplant

Es
Fraxinus

Liguster
Ligustrum

Vlier
Sambucus

Sering
Syringa

Soorten uit dezelfde familie spanners (GEOMETRIDAE)

berkenwintervlinder
Operophtera fagata

lieveling
Timandra comae

geveerde spikkelspanner
Peribatodes secundaria

meidoornspanner
Theria primaria

tere zomervlinder
Hemistola chrysoprasaria

vierkantspikkelspanner
Paradarisa consonaria

Alle soorten uit deze familie