Half mei-eind juli in één generatie. De vlinders zijn overdag actief en bezoeken bloemen. Bij mooi weer zijn de mannetjes territoriaal en zitten op hogere uitkijkposten in de vegetatie.
Rups: augustus-april. De soort overwintert als rups in de wortels van de waardplant.
Eselswolfsmilch-Glasflügler
Een aantal soorten binnen de Sesiidae-familie heeft veel gelijkenis met wespen vandaar dat vijf soorten binnen deze familie met wespvlinder worden aangeduid.
De rups van deze soort leeft op heksenmelk, een wolfsmelksoort.
Er leven twee wolfsmelkwespvlinders in ons land die op het oog niet van elkaar zijn te onderscheiden. Het toevoegsel schijn maakt het onderscheid in de naam.(zie bij C. empiformis).
(Denis & Schiffermüller, 1775)
Voorvleugellengte: 6-10 mm. In het midden van het donkere veld in de vleugelpunt van de voorvleugel ligt een goudgele vlek. De achterste cel in de vleugelwortel reikt niet tot aan het donkere middenveld, wat een kenmerk is van alle soorten uit het geslacht Chamaesphecia. Op het achterlijf bevinden zich enkele goudgele tot witachtig gele dwarsbandjes. Het pluimpje aan het uiteinde van het achterlijf is donker met enkele plukjes gele haren (drie bij het mannetje en twee bij het vrouwtje).
Op grond van vleugelkenmerken en zelfs via genitaliënonderzoek niet te onderscheiden van de schijn-wolfsmelkwespvlinder (C. empiformis). Het enige zekere determinatiekenmerk is de voedselplant: cipreswolfsmelk voor de schijn-wolfsmelkwespvlinder en heksenmelk voor de wolfsmelk-wespvlinder. Daarnaast zijn vlinders van de schijn-wolfsmelkwespvlinder schuw.
Mannetjes reageren anders op feromoonpreparaten. De wolfsmelkwespvlinder komt op feromoon, maar één van een totaal andere samenstelling dan die voor de schijn-wolfsmelkwespvlinder.
De wolfsmelkwespvlinder (C. tenthrediniformis) komt goed tot zeer goed maar op het feromoon ontwikkeld voor de appelglasvlinder (S. myopaeformis). De schijn-wolfsmelkwespvlinder (C. empiformis) komt zeer goed op het feromoon ontwikkeld voor de klaverwespvlinder (B. ichneumoniformis).
Bekijk de gedetailleerde verschillen tussen de twee Chamaesphecia-soorten.
Frambozenglasvlinder (Pennisetia hylaeiformis), hoornaarvlinder (Sesia apiformis), gekraagde wespvlinder (Sesia bembeciformis), populierenwespvlinder (Paranthrene tabaniformis), elzenwespvlinder (Synanthedon spheciformis), berkenglasvlinder (Synanthedon culiciformis), wilgenwespvlinder (Synanthedon formicaeformis), eikenwespvlinder (Synanthedon vespiformis), appelglasvlinder (Synanthedon myopaeformis), bessenglasvlinder (Synanthedon tipuliformis), klaverwespvlinder (Bembecia ichneumoniformis) en schijn-wolfsmelkwespvlinder (Chamaesphecia empiformis).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
Vrij algemeen. Komt op diverse plaatsen langs de grote rivieren voor; de meeste waarnemingen komen uit Gelderland. RL: niet bedreigd.
Zeer zeldzaam. Komt in Limburg lokaal voor langs de Maas. In Wallonië enkel bekend uit Luik.
De soort staat als Bedreigd op de Rode Lijst van Vlaanderen (Veraghtert et al. 2023).
Een eilandachtige verspreiding van het Iberisch schiereiland via Frankrijk, Duitsland, Tsjechië, Slowakije, Hongarije via de Balkan en via Oost-Turkije,Trans-Kaukasië, Zuid-Rusland en verder naar het oosten tot het Bajkalmeer.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Vooral uiterwaarden en rivierduintjes.
Heksenmelk.
Actualiteiten
Ontdek meerWord donateur
Steun De Vlinderstichting