Eind april-eind juli in één generatie. De vlinders komen op licht.
Rups: juni-augustus. De rupsen worden soms van lage takken geklopt. De soort overwintert als pop (soms twee jaren) in een losse cocon in de strooisellaag of in de grond.
White Prominent
Schneeweisser-Zahnspinner
le Bombyx bicolore
Notodonta bicoloria
Voor het tweekleurige van de tweekleurige tandvlinder zie 'toelichting wetenschappelijke naam'.
Tandvlinders hebben aan de voorvleugel een uitstulping die in rust als een tand boven de vlinder uitsteekt.
Leucodonta: leukos is wit en odous, odontos is tand, vanwege de witte voorvleugel met een schubbentand met zwarte vlekjes.
bicoloria: bi- is twee en color is kleur, naar de voorvleugel die een zwart met oranje tekening heeft op een witte grondkleur.
(Denis & Schiffermüller, 1775)
Voorvleugellengte: 16-19 mm. Een bijzonder karakteristieke witte tandvlinder met op de voorvleugel een unieke oranje met zwart afgezette tekening.
Maantandvlinder (Drymonia ruficornis).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
Zeldzaam. Komt lokaal voor op de zandgronden in het binnenland en zeer lokaal in de duinen. RL: bedreigd.
Zeer zeldzaam in Vlaanderen. Nagenoeg beperkt tot enkele locaties in de Kempen en de boscomplexen rond Brussel. In Wallonië minder zeldzaam, met verspreide vindplaatsen in Luik, Luxemburg en Namen.
De soort staat als Bedreigd op de Rode Lijst van Vlaanderen (Veraghtert et al. 2023).
Van West-Europa via Midden-Europa en de gematigde zone tot Oost-Azië (Japan). Belangrijk zijn de Oost-Europese berkenbossen. Naar het zuiden tot de Alpen en de Karpaten. Naar het noorden tot Zuid-Scandinavië.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Bossen met volgroeide berken.
Berk.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting