zwartpuntvolgeling Noctua orbona

Familie

uilen (NOCTUIDAE)

Zeldzaamheid

Vrij zeldzaam. Komt verspreid over het land voor, vooral in de duinen en op de zandgronden in het binnenland. RL: kwetsbaar.

Rode lijst

kwetsbaar

Meer foto's

Terug naar boven ^

Levenswijze

Vliegtijd en gedrag

Half mei-eind september in één langgerekte generatie; bij hoge temperaturen of extreme droogte gaan de vlinders gedurende een periode van maximaal enkele weken in zomerslaap (aestivatie). De vlinders komen zowel op licht als op smeer en bezoeken bloemen van onder andere struikhei.

Levenscyclus

Rups: september-mei. De soort overwintert als rups; deze foerageert ´s nachts, ook gedurende milde winternachten en in het voorjaar. De verpopping vindt plaats in een losse cocon in de grond.

Verspreiding

Vliegtijd

Benaming

Engelse naam

Lunar Yellow Underwing

Duitse naam

Schmalflügelige Bandeule

Franse naam

l'Orpheline

Synoniemen

Agrotis orbona, Triphaena orbona, Noctua subsequa, Triphaena subsequa, Agrotis subsequa

Meer

Toelichting Nederlandse naam

Voor volgeling zie bij Noctua comes.
Het uiterlijk van de vlinder van deze soort lijkt erg veel op de echte volgeling; het verschil is te vinden in een zwarte vlek bij de vleugelpunt.

Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam

Noctua: noctus, noctu is de nacht, 's nachts. Noctua is ook een uilensoort met kleine oortjes en gewijd aan Minerva. Of Linnaeus aan deze vogel dacht toen hij de naam gaf is onbekend; opvolgers legden wel dit verband. Deze naam werd ook de familieaanduiding, zowel in de wetenschappelijke naam als in het Nederlandse uilen. De essentie dient gezocht te worden in de nachtelijke leefwijze van deze vlinders.
orbona: orbus is beroofd van een familielid, een weeskind. Orbona was de god van de ouders die hun kinderen hadden verloren. Hufnagel volgt hier het huwelijksthema van Linnaeus. (zie bij b.v. N. pronuba)

Auteursnaam en jaartal

(Hufnagel, 1766)

Herkenning

Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: 17-20 mm. Deze uil heeft langs de voorrand van de vaak grijsachtig bruine, soms roodachtig getinte voorvleugel, een scherp begrensd zwart vlekje dicht bij de vleugelpunt. Op de oranjegele achtervleugel bevindt zich een donkere maanvormige middenvlek en langs de achterrand loopt een tamelijk smalle zwartachtige band. Vaak bevindt zich tegen de voorrand van de voorvleugel een klein donker vlekje net onder de niervlek, met net ernaast een wit tot lichtbruin vlekje.

Gelijkende soorten vlinder

De volgeling (N. comes) heeft een bredere voorvleugel en mist de opvallende zwarte vlek bij de vleugelpunt. Zie ook de huismoeder (N. pronuba), waarvan soms dwergexemplaren voorkomen.

Gelijkende soorten rups

Bruine grasuil (Rhyacia simulans), huismoeder (Noctua pronuba), variabele breedvleugeluil (Diarsia mendica) en vierkantvlekuil (Xestia xanthographa).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).

Verspreiding in Nederland in vier perioden

Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.

Habitat

Vooral warme droge, zandige open plaatsen en open bossen.

Planten

Allerlei grassen (waaronder voornamelijk bunt- en schapengras) en kruidachtige planten.

Waardplant

Buntgras
Corynephorus

Zwenkgras
Festuca

Blijf op de hoogte

Ontvang vlindernieuws

Soorten uit dezelfde familie uilen (NOCTUIDAE)

Alle soorten uit deze familie