Half mei-half juli in één generatie. De vlinders komen op smeer en soms op licht. Overdag worden ze soms rustend op berkenstammen aangetroffen.
Rups: augustus-mei. De soort overwintert als jonge rups tussen lage vegetatie en verpopt zich in de grond.
Silvery Arches
Birken-Blättereule
la Noctuelle teinte , la Noctuelle du bouleau
Luperina hepatica, Polia tincta, Mamestra tincta, Hadena tincta, Aplecta tincta, Polia tricoma, Polia trimaculosa
De marmeruilen hebben een gemarmerde tekening.
Deze mooie uil heeft een kenmerkende achterrand op de voorvleugels.
Polia: polios is grijs, wijzend op de grondkleur van een aantal soorten binnen dit genus.
(Clerck, 1759)
Voorvleugellengte: 21-25 mm. Deze uil is te herkennen aan de sterk gemarmerde, glanzende grijsachtige voorvleugel; ook rood-, zilver- of blauwachtig bestoven exemplaren komen voor. De golflijn is aan de binnenzijde op drie plaatsen afgezet met zwart, wat vooral in de binnenrandhoek duidelijk zichtbaar is. Op het grijze borststuk bevinden zich roodachtige haarbosjes.
De marmeruil (P. nebulosa) mist de glans op de voorvleugel en heeft bij de binnenrandhoek een opvallende zwarte pijlvlek. Zie ook de bruine heide-uil (P. bombycina).
Zeldzaam. Komt zeer lokaal en verspreid voor op de zandgronden in het binnenland en in de duinen. RL: ernstig bedreigd.
Zeer zeldzaam in Vlaanderen. Slechts enkele recente vindplaatsen in de Limburgse Kempen. In Wallonië zeer zeldzaam in de Ardennen.
De soort staat als Regionaal Uitgestorven op de Rode Lijst Vlaanderen (Veraghtert et al. 2023).
Midden- en Noord-Europa tot Midden-Scandinavië. Naar het oosten via de gematigde zone tot Oost-Azië (Amoergebied). In het zuiden Zuid-Frankrijk, Noord-Italië, de Balkan, de Zwarte Zee en verder tot Midden-Azië.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Met struiken begroeide heiden, rivieroevers, moerasachtige gebieden en open bossen.
Actualiteiten
Ontdek meerWord donateur
Steun De Vlinderstichting