Eind mei-half augustus in één generatie. De vlinders komen op licht en bezoeken bloemen.
Rups: eind juni-september. De rupsen worden soms rustend op de waardplant gevonden. De soort overwintert als pop net onder de grond.
Small Ranunculus
Kompasslatticheule
la Noctuelle dysodée
Hadena dysodea, Polia dysodea, Hecatera chrysozona, Mamestra chrysozona, Polia spinaciae
Meerdere slasoorten zijn waardplant voor deze soort, zo ook kompassla. Ook in de Duitse soortnaam is kompassla opgenomen.
Hecatera: Hecate is de god van de onderwereld. Deze naam heeft dezelfde achtergrond als die van Hadena en van Hada.
dysodea: dusodes is vies ruikend. Mogelijk is de ervaring geweest dat bij het kweken in een afgesloten doos de zaak ging stinken hetgeen werd veroorzaakt door de voedselplant Lutatus, sla, die dan aan het rotten was.
(Denis & Schiffermüller, 1775)
Voorvleugellengte: 14-15 mm. Deze uil is te herkennen aan het fijne patroon van witte en oranje vlekjes op de, soms groenachtig getinte, grijze voorvleugel, waarvan het middenveld donkerder is dan de rest. Opvallend zijn vooral de oranje vlekjes in het zoomveld en langs de binnenrand. De lichte achtervleugel heeft een brede bruine zoom.
Tot 30 mm; lichaam okerkleurig of bleek roodachtig bruin met zwarte vlekjes, bleek groenachtig onder de lijn van de spiracula; soms met drie fijne, zwartachtige lengtestrepen over de rug; kop bleek geelachtig bruin.
De gele granietuil (Polymixis flavicincta) en kustuil (Polymixis lichenea zijn) aanzienlijk groter; de kustuil heeft bovendien een grotendeels witte achtervleugel. Zie ook de tweekleurige uil (H. bicolorata).
Vrij zeldzaam. Een soort die vooral wordt waargenomen in het zuiden en westen van het land. RL: niet bedreigd.
In Vlaanderen zeldzaam en toegenomen; wijdverbreid in alle provincies. In Wallonië zeldzaam, vooral gezien ten noorden van Samber en Maas.
De soort staat op de Rode Lijst van Vlaanderen als Momenteel niet in Gevaar (Veraghtert et al. 2023).
Van Noord-Afrika via het Iberisch schiereiland tot Midden-Europa en door de gematigde zone tot de Oeral. De noordelijke grens verloopt zuidelijk van de Oostzee, de zuidgrens tot Voor- en Midden-Azië.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Wegbermen, (volks)tuinen en ruderale terreinen.
Diverse wilde en gekweekte soorten sla, waaronder kompassla.
Blijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting