Eind augustus-begin november en na de overwintering eind februari-half mei in één generatie. De vlinders zijn vanaf de schemering actief; in het najaar bezoeken ze bloemen van klimop en overrijpe bramen, in het voorjaar wilgenkatjes. De vlinders komen zowel op licht als op smeer. Overdag worden ze soms rustend aangetroffen op een boomstam of een paaltje.
Rups: april-juni. De rups maakt een stevige cocon in de grond, waarin ongeveer een maand later de verpopping plaatsvindt. De soort overwintert als vlinder, verborgen achter losse boomschors of op een andere beschutte plaats. De paring vindt plaats in het voorjaar.
Grey Shoulder-knot
Hellgraue Holzeule
la Nébuleuse , la Xyline du chêne
Xylina ornitopus, Graptolitha ornitopus, Lithomoia ornitopus, Lithophane ornithopus, Xylina ornithopus, Xylina rhizolitha, Xylina rizolitha
De grondkleur van deze uil is heel licht grijs.
Lithophane: lithos is een steen en phaino, phan is blijken te zijn; de vlinder vertoont gelijkenis met een steen en valt in rust daardoor nauwelijks op (hoewel de soorten uit dit geslacht vaker op een paaltje of takje zitten te rusten).
ornitopus: ornis, ornithos is een vogel en pous is een voet, dit verwijst naar de gelijkenis van de zwarte basale veeg en de klauw van een vogel.
(Hufnagel, 1766)
Voorvleugellengte: 17-19 mm. De voorvleugel heeft een koele lichtgrijze grondkleur en diverse scherp afgetekende zwarte lijntjes en strepen. Een belangrijk kenmerk is de zwarte gebogen schouderstreep met aan het uiteinde een vertakking in de vorm van een gewei. In de zwartgerande binnenste lob van de niervlek ligt meestal een lichtbruine vlek. Ook langs de achterrand liggen vaak lichtbruine vlekjes. Op de bovenzijde van het borststuk is tussen de enigszins gepunte schouders een kuif zichtbaar. Er is weinig variatie, maar sommige exemplaren zijn iets donkerder grijs.
Zie de chi-uil (Antitype chi).
Vrij zeldzaam. Een soort die verspreid over het land af en toe wordt waargenomen; de meeste waarnemingen komen uit het zuiden van het land. RL: niet bedreigd.
In Vlaanderen zeldzaam, maar recent sterk toegenomen. Wijdverbreid ten oosten van de lijn Antwerpen-Brussel, (nog) zeer zeldzaam in Oost- en West-Vlaanderen. In Wallonië wijdverbreid in alle provincies.
De soort staat op de Rode Lijst van Vlaanderen als Momenteel niet in Gevaar (Veraghtert et al. 2023).
Noordwest-Afrika (Marokko), Zuid- en Midden-Europa, Voor-Azië. Naar het noorden tot Midden-Engeland, Denemarken, Zuid-Zweden en Zuid-Finland. In Azië naar het oosten tot het Amoergebied. Opgaven uit Japan betreffen andere soorten.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Loofbossen en parken.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting