Begin mei-half augustus in twee generaties. De vlinders komen op licht en op smeer.
Rups: augustus-oktober. De soort overwintert als pop.
Erlen-Pfeileule
la Cuspide
Acronycta cuspis, Apatele cuspis
Deze Acronicta cuspis is een iets grotere uitvoering van Acronicta tridens, drietand.
Acronicta: akronux is het vallen van de avond. Waarschijnlijk heeft deze naam dezelfde strekking als Noctua, in de nacht. Dit genus heeft immers geen enkele binding met de avondschemering.
cuspis: cuspis is een punt, een speer, naar de duidelijke dolkfiguurtjes op de voorvleugels.
(Hübner, 1813)
Voorvleugellengte: 18-21 mm. Deze uil lijkt sterk op de psi-uil (A. psi) en de drietand (A. tridens), maar is iets groter. De zwarte tekening is vrij grof. Bij verse exemplaren is aan de bovenzijde van het borststuk een zwarte lengtestreep zichtbaar.
De drietand (A. tridens) en de psi-uil (A. psi) zijn iets kleiner en hebben geen duidelijke zwarte streep op het borststuk; voor een zekere determinatie is genitaliënonderzoek vaak nodig.
Zeer zeldzaam. Van deze soort zijn verspreid over het land slechts enkele waarnemingen bekend.
Zeer zeldzaam. In Vlaanderen recent slechts van één vindplaats in Noord-Limburg gekend. In Wallonië beperkt tot Luxemburg en Namen.
Er is onvoldoende data om de soort te beoordelen voor de Rode Lijst van Vlaanderen (Veraghtert et al. 2023).
Europa van Noord-Spanje, Noord-Portugal, Noord-Italië en Bulgarije in het zuiden tot de Noordzeekust, Denemarken, Midden-Zweden en Zuid-Finland (één oude vangst in Zuid-Noorwegen) in het noorden. Opgaven uit Marokko (Rungs, 1979), Sicilië, Sardinië (Mariani, 1941) en Griekenland (Thurner, 1967) dienen nader te worden gecontroleerd. In Azië van Klein-Azië tot het Amoer-Oessoeri-gebied, Noord-China, de Koerilen, Korea en Japan (ook hier is nog veel bevestiging nodig).
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Vooral vochtige bossen.
Zwarte els.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting