mi-vlinder Euclidia mi

Familie

spinneruilen (EREBIDAE)

Zeldzaamheid

Algemeen. Komt verspreid over het hele land voor, vooral in de duinen en op de zandgronden in het binnenland. RL: gevoelig.

Rode lijst

gevoelig

Meer foto's

Terug naar boven ^

Levenswijze

Vliegtijd en gedrag

Eind april-eind juli in één generatie; soms een partiële tweede generatie tot eind augustus. De vlinders zijn uitsluitend overdag bij zonnig weer actief en bezoeken bloemen van onder andere klaver. De vlinders zijn gemakkelijk te verstoren, waarbij ze een klein stukje vliegen en weer gaan zitten; ze zitten vaak met licht trillende vleugels op een blad.

Levenscyclus

Rups: juni-september. De rups is vooral ´s nachts actief en rust overdag op de waardplant of langs een grasstengel. De soort overwintert als pop in een cocon die tussen grashalmen bevestigd is of ook wel in de grond.

Verspreiding

Vliegtijd

Benaming

Engelse naam

Mother Shipton

Duitse naam

Scheck-Tageule

Franse naam

le Mi , le M noir

Synoniemen

Euclidimera mi, Callistege mi, Gonospileia mi

Meer

Toelichting Nederlandse naam

De Nederlandse naam mi-vlinder (vroeger m-vlinder) is overgenomen van de wetenschappelijke naam. Mi is een latijnse vorm van de Griekse letter mu, onze M. Dit wijst op de onderkant van de achtervleugel waar een M is te zien in het middenveld van de vleugel.
Wat betreft de Engelse naam van deze soort: Mother Shipton was (als ze echt bestaan heeft) een heks en ze is geportretteerd in de voorvleugels van de vlinder: een grote haakneus en onder de mondspleet een enorme spitse kinnebak.

Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam

mi: mi is een latijnse vorm van de Griekse letter mu, onze M. Dit wijst op de onderkant van de achtervleugel waar een M is te zien in het discale gedeelte, aldus Linnaeus in 1767.

Auteursnaam en jaartal

(Clerck, 1759)

Herkenning

Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: 13-16 mm. Deze spinneruil, die in rust de vleugels vaak enigszins gespreid houdt, heeft een zwartbruine voorvleugel. In het middenveld ligt een kenmerkende grote grillige, crèmekleurig omrande vlek met daarin een duidelijke zwarte stip en een lichtgekleurde, meestal T-vormige vlek. Deze figuur lijkt op het profiel van een heks met een opvallend oog en een uitstekende neus. Vooral rondom deze figuur en aan de buitenzijde van de lichte golflijn is de vleugel enigszins grijs bestoven. Op de eveneens donkerbruine achtervleugel bevindt zich een patroon van overdwars in rijen gerangschikte, kleine crèmekleurige vlekken. Er is weinig variatie in kleur en tekening.

Kenmerken rups

Tot 40 mm; lang en slank; een 'semi-spanrups' met slechts drie paar buikpoten; lichaam bleek okerachtig wit of lichtgeel; over de rug een okerkleurige middenstreep met aan weerszijden twee donkere lengtestrepen; deze strepen hebben soms het uiterlijk van een aantal fijne, bruine lengtestreepjes; onder de lijn van de spiracula een geelachtig witte lengteband; kop witachtig met fijne, bruine lijntjes in het verlengde van die van het lichaam.

Gelijkende soorten vlinder

Deze spinneruil wordt soms verward met de aardbeivlinder (Pyrgus malvae), een dagvlinder met een overlappende vliegperiode (half april-eind juni) die soms in dezelfde habitat vliegt. De aardbeivlinder is echter te herkennen aan het patroon van witte vlekjes op zowel de voor- als de achtervleugel, het ontbreken van het heksenprofiel en het totaal andere vlieggedrag.

Gelijkende soorten rups

Bruine daguil (Euclidia glyphica).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).

Gelijkende soorten vlinder

Gelijkende soorten rups

Verspreiding in Nederland in vier perioden

Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.

Habitat

Graslanden, heiden, bloemrijke weilanden, bosranden, wegbermen en spoordijken.

Planten

Diverse kruidachtige planten en grassen, waaronder klaver, rolklaver, hopklaver, hoefklaver, luzerne, wikke, pijpenstrootje en kropaar.

Waardplant

Kropaar
Dactylis

Hoefklaver
Hippocrepis

Rolklaver
Lotus

Rupsklaver
Medicago

Klaver
Trifolium

Wikke
Vicia

Actualiteiten

Ontdek meer

Blijf op de hoogte

Ontvang vlindernieuws

Soorten uit dezelfde familie spinneruilen (EREBIDAE)

Alle soorten uit deze familie