Half april-half september in twee generaties. De vlinders vliegen vanaf de schemering en bezoeken bloemen; ze komen zowel op licht als op smeer.
Rups: juni-november. De soort overwintert als pop in de strooisellaag.
Spectacle
Silbergraue Nessel-Höckereule
la Plusie de l'ortie
brandnetelkapje
Abrostola triplasia, Abrostola urticae
Brandnetelkapje is een al lang bestaande naam die al gebruikt wordt door Ter Haar in 'Onze vlinders' (begin vorige eeuw).
De enige waardplant van deze soort is brandnetel.
Het harige kapje op de kop maakt deze vlinder tot een aantrekkelijke verschijning.
Abrostola: een vergissing; het had habrostola moeten zijn; deze wijziging werd voorgesteld door Sodoffsky (1837) en overgenomen door enige andere auteurs. Habros is mooi, gratieus en stole is een jurk. De soorten binnen dit genus zien er attractief uit.
tripartita: tripartita heeft helemaal dezelfde betekenis als triplasia. Dus: triplasia is drievoudig. Linnaeus schrijft dat de ante- en postmediane lijnen de vleugel verdelen in drie delen.
(Hufnagel, 1766)
Voorvleugellengte: 15-17 mm. De voorvleugel van deze uil is grijs, soms enigszins violet of roze getint, met een zilvergrijs wortelveld; het zoomveld is over het algemeen lichter van kleur dan het meestal zwartachtige middenveld. De uilvlekken zijn zwart omlijnd; de ringvlek is samengevloeid met een ‘tweede ringvlek’ en is daardoor groter dan de niervlek. De zwarte centrale dwarslijnen zijn soms afgezet met een roodachtig bruine rand; de binnenste dwarslijn is gebogen. De golflijn en de vlek in de binnenrandhoek zijn witachtig van kleur. Van voren gezien lijkt het alsof deze uil een grijs brilletje op heeft; bovendien is vanaf de voorkant een bosje rechtopstaande haren te zien op de bovenkant van het borststuk.
Tot 35 mm; lichaam varieert in kleur van groen tot purperachtig bruin; witachtig op de rug met een rij donkergroene of bruine, V-vormige vlekken; segment elf met een duidelijke bult; over de spiracula een witachtige lengtestreep; kop lichtgroen of bruin met aan weerszijden een donkere streep.
Zie het donker brandnetelkapje (A. triplasia).
Donker brandnetelkapje (Abrostola triplasia).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
Algemeen. Komt verspreid over het land voor; de meeste waarnemingen komen uit het zuidwesten van het land. RL: kwetsbaar.
Vrij algemeen in het hele land.
De soort staat als Kwetsbaar op de Rode Lijst van Vlaanderen (Veraghtert et al. 2023).
In Europa van het Middellandse zeegebied tot Midden-Noorwegen, Midden-Zweden en Midden-Finland. Van Klein-Azië via Noord- en Midden-Azië tot China, Tibet, Burma en Japan.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Tuinen, struwelen, ruige graslanden, moerasachtige gebieden, slootkanten en bosranden.
Brandnetel.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting