boogsnuituil Herminia grisealis

Familie

spinneruilen (EREBIDAE)

Zeldzaamheid

Algemeen. Komt verspreid over het hele land voor. RL: niet bedreigd.

Rode lijst

niet bedreigd

Meer foto's

Terug naar boven ^

Levenswijze

Vliegtijd en gedrag

Begin mei-half augustus in één generatie; soms een partiële tweede generatie tot begin oktober. De vlinders vliegen vanaf de schemering en bezoeken bloemen; ze komen zowel op licht als op smeer. Overdag zijn de vlinders gemakkelijk op te jagen.

Levenscyclus

Rups: juli-oktober. De soort overwintert als pop in een cocon in een schorsspleet of in de strooisellaag.

Verspreiding

Vliegtijd

Benaming

Engelse naam

Small Fan-foot

Duitse naam

Bogenlinien-Spannereule

Franse naam

l'Herminie grise

Synoniemen

Zanclognatha grisealis, Herminia nemoralis, Zanclognatha nemoralis, Polypogon nemoralis

Meer

Toelichting Nederlandse naam

De snuituilen hebben opvallend naar voren uitstekende palpen (de snuit) op de kop van de vlinder.
Het kenmerk van deze snuituil is de gebogen lijn die vanuit de vleugelpunt naar binnen loopt.

Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam

Herminia: herminia is een latijnse vorm van het Franse herminé, met doorntjes van hermelijn, naar de haarplukjes op de poten die vergeleken worden met hermelijnen kragen op mantels. Deze naam had aanvankelijk de status van familie.
grisealis: griseus is grijs, naar de grondkleur van de vlinder

Auteursnaam en jaartal

(Denis & Schiffermüller, 1775)

Herkenning

Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: 11-13 mm. Deze snuituil heeft een tamelijk effen, fijn bestoven grijsachtig bruine voorvleugel met drie opvallende donkere dwarslijnen. De binnenste dwarslijn is vrij recht, de buitenste dwarslijn heeft de vorm van een vraagteken en de golflijn is gebogen en eindigt in de vleugelpunt. De middenvlek is zichtbaar als een klein smal donker streepje en de franjelijn is ononderbroken. Evenals de andere snuituilen heeft deze soort een opvallende ‘snuit’, gevormd door de lange palpen.

Gelijkende soorten vlinder

Zie de lijnsnuituil (H. tarsipennalis) en de schaduwsnuituil (H. tarsicrinalis).

Gelijkende soorten rups

Maansnuituil (Zanclognatha lunalis), baardsnuituil (Pechipogo strigilata) en stippelsnuituil (Macrochilo cribrumalis).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).

Gelijkende soorten vlinder

Gelijkende soorten rups

Verspreiding in Nederland in vier perioden

Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.

Habitat

Loofbossen, struwelen, parken en tuinen.

Planten

Diverse loofbomen en struiken, waaronder eik, berk, els, meidoorn, hazelaar, gewone vogelkers, braam en bosrank; ook afgevallen blad.

Waardplant

Els
Alnus

Berk
Betula

Clematis
Clematis

Hazelaar
Corylus

Meidoorn
Crataegus

Sleedoorn
Prunus

Eik
Quercus

Braam
Rubus

Actualiteiten

Ontdek meer

Blijf op de hoogte

Ontvang vlindernieuws

Soorten uit dezelfde familie spinneruilen (EREBIDAE)

Alle soorten uit deze familie