Augustus-september in één generatie. De vlinders vliegen vanaf de schemering en komen op licht.
Rups: oktober-mei. De soort overwintert als rups in een losse cocon tussen de naalden van de waardplant.
Cypress Pug
l'Eupithécie du genévrier rouge
Alle soorten uit het Genus Eupithecia plus nog een aantal andere kleine spanners zijn samengebracht onder de groepsnaam dwergspanner.
Cipres is een belangrijke waardplant van deze dwergspanner.
Eupithecia: eu is goed, goedig en pithex, pithekos is een dwerg. De vlinders hebben een aantrekkelijk uiterlijk en zijn klein. Haworth schrijft: mooie vlinders, als ze rusten zien ze er prachtig uit: de vleugels gespreid en vlak, elegant gedrukt tegen de ondergrond; eigenlijk helemaal ontworpen om ze in vlinderkasten te verzamelen.
(Rambur, 1834)
Voorvleugellengte: 10-11 mm. Goed te herkennen aan het unieke patroon van zwarte strepen in het midden van de vrij smalle lichtbruine voorvleugel en de opvallende zwarte band aan de basis van het achterlijf.
De rupsen van de Eupithecia-soorten lijken veel op elkaar. Bij determinatie kan de waardplant een handig hulpmiddel zijn.
Zeldzaam. Sinds de eerste twee exemplaren van deze soort in 2005 in Oost-Souburg, wordt de cipresdwergspanner af en toe waargenomen op enkele plaatsen in Zeeland en elders in het land.
Zeer zeldzaam. De eerste Belgische waarneming dateert van 2006, maar tegenwoordig jaarlijks in lage aantallen gemeld aan de kust.
De soort staat op de Rode Lijst van Vlaanderen als Momenteel niet in Gevaar (Veraghtert et al. 2023).
De cipresdwergspanner heeft een Mediterrane verspreiding en is sinds 1959 bekend uit Groot-Brittannië.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
(Gekweekte) soorten cipres en jeneverbes; ook coniferen.
Actualiteiten
Ontdek meerWord donateur
Steun De Vlinderstichting
kleine blokspanner
Pterapherapteryx sexalata
beverneldwergspanner
Eupithecia pimpinellata
dennenbandspanner
Pungeleria capreolaria
zuidelijke bandspanner
Nycterosea obstipata
najaarsspanner
Agriopis aurantiaria
geel spannertje
Hydrelia flammeolaria