Half juni-begin oktober in één generatie. De vlinders komen zowel op licht (vooral het mannetje) als op smeer en bezoeken soms bloemen.
Rups: april-juni. De rups foerageert ´s nachts en verbergt zich overdag tussen samengesponnen bladeren. De verpopping vindt plaats in de grond. De soort overwintert als ei op de waardplant.
Angle-striped Sallow
Gelbe Blatteule
la Cosmie paillée
Cosmia paleacea, Eucosmia paleacea, Calymnia paleacea
Deze vlinder heeft een mooie gele kleur. Ook de wetenschappelijke en Duitse soortnaam wijzen op de vleugelkleur.
Enargia: energeia is met een helder en opgewekt uiterlijk. Deze soort is de enige die Hübner in dit genus onderbracht.
paleacea: paleaceus komt van palea is kaf, haksel, naar de okerkleur van de voorvleugels.
(Esper, 1788)
Voorvleugellengte: 17-20 mm. De tekening op de gelijkmatig gele voorvleugel bestaat uit enkele dunne dwarslijnen, een middenschaduw en de omlijning van de ringvlek en de niervlek; in de binnenste lob van de niervlek ligt een donkere stip. Kenmerkend is de geknikte, ruwweg V-vormige binnenste dwarslijn. De sterkte van de tekening varieert aanzienlijk en is soms nauwelijks zichtbaar; de donkere stip in de niervlek blijft in de meeste gevallen wel zichtbaar.
Er zijn diverse gele uilen die een oppervlakkige gelijkenis vertonen. Dit betreft vooral de hyena (Cosmia trapezina) en de gewone gouduil (Xanthia icteritia); geen van allen heeft echter de genoemde combinatie van een geknikte binnenste dwarslijn en een donkere stip in de binnenste lob van de niervlek. Beide genoemde soorten zijn bovendien kleiner.
Orvlinder (Tethea or), peppel-orvlinder (Tethea ocularis) en tandjesuil (Sideridis turbida).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
Zeldzaam. Komt lokaal voor op de zandgronden in het binnenland; elders af en toe een waarneming. RL: bedreigd.
In Vlaanderen zeldzaam, maar wijdverbreid in alle provincies. Goed vertegenwoordigd in Antwerpen. In Wallonië zeldzaam, maar wijdverbreid en lokaal algemeen.
De soort staat op de Rode Lijst van Vlaanderen als Momenteel niet in Gevaar (Veraghtert et al. 2023).
Vooral in Centraal-Europa. Naar het zuiden tot de Spaanse Pyreneeën, Zuid-Italië, Bosnië, Herzegowina en Bulgarije. Naar het noorden tot Schotland en Midden-Scandinavië. Midden- en Noord-Azië, naar het zuiden tot de Kaukasus en naar het oosten tot China en Japan. Oude berichten over aanwezigheid in Noord-Amerika betreffen andere soorten.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting