Half juni-half augustus in één generatie. De vlinders worden overdag soms opgejaagd vanuit naaldbomen en komen op licht.
Rups: augustus-juni. De soort overwintert als jonge rups op de waardplant en verpopt zich in een cocon op de waardplant.
Feathered Beauty
Nadelholz-Rindenspanner
la Boarmie des résineux
Boarmia secundaria, Peribatodes occidentalis
De spikkelspanners hebben een grijze tot grijsbruine grondkleur met veel golvende dwarslijnen en veelal besprenkeld met donkerder spikkels.
Geveerde verwijst naar de prachtige geveerde antennes van het mannetje.
Peribatodes: peri is rond, rondom en batodes is overwoekerd met doorns, wellicht wordt de habitat bedoeld.
secundaria: secundus is de volgende; de volgende soort die beschreven moest worden. Mogelijk is de naam een eerbewijs aan Caius Plinius Secundus (23 - 79 n.C.), de schrijver van Maturalis Historia.
(Denis & Schiffermüller, 1775)
Voorvleugellengte: 17-20 mm. Lijkt sterk op de taxusspikkelspanner (P. rhomboidaria), maar is gemiddeld iets kleiner. De vleugels zijn in de meeste gevallen vrij zwaar gevlekt met donkere schubben, ook aan de onderzijde; af en toe komen zeer donkere exemplaren voor. De buitenste dwarslijn op de voorvleugel is bij de binnenrand van de vleugel sterk gekromd en bij de voorrand nauwelijks geknikt. De buitenste dwarslijn aan de onderzijde van de achtervleugel is in het midden niet gehoekt. Het mannetje heeft breed geveerde antennen en de kleine veertjes eindigen vrij abrupt 1 mm voor het uiteinde.
Bij de minder bonte taxusspikkelspanner (P. rhomboidaria) is de buitenste dwarslijn bij de voorrand sterk geknikt en bij de binnenrand vrij recht. Bovendien heeft de taxusspikkelspanner aan de onderzijde van de voorvleugel een opvallende bleke vlek in de vleugelpunt.
Vrij algemeen. Een soort op zandgronden waar voldoende sparren groeien. Komt ook voor in de duinen maar is daar minder algemeen; op kleigronden zeldzaam of ontbrekend. RL: kwetsbaar.
In Vlaanderen vrij algemeen en wijdverbreid in de oostelijke helft, minder algemeen in de westelijke. In Wallonië vrij algemeen en wijdverbreid.
De soort staat als Kwetsbaar op de Rode Lijst van Vlaanderen (Veraghtert et al. 2023).
Minder verbreid dan rhomboidaria. Van Spanje via Midden-Europa tot de Oekraïne; in het zuiden Italië, de Balkanlanden en Klein-Azië en in het noorden tot Midden-Scandinavië.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Vooral naaldbossen; ook kwekerijen met uitheemse naaldbomen.
Spar, den en jeneverbes.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting