Eind april-eind september in twee, soms drie generaties. De vlinders komen zowel op licht als op smeer en bezoeken bloemen. Overdag rusten ze in de vegetatie.
Rups: juni-oktober. De jonge rups leeft in de zaaddozen van de waardplant; grotere rupsen foerageren alleen ´s nachts en verlaten overdag de waardplant om zich dicht bij de grond te verbergen. De soort overwintert als pop in een cocon in de grond.
The Lychnis
Lichtnelkeneule
la Noctuelle capsulaire
brandende liefde-uil
Harmodia bicruris, Hadena capsincola, Dianthoecia capsincola, Mamestra capsincola
De rups leeft onder meer van anjerzaden.
Dit is een vrij gewone soort en van de silene-uilen mogelijk de gewoonste.
Hadena: hades is de onderwereld. Schrank vertaald 'Trübeule' met 'moping owl' (kniezende uil). Deze naam had aanvankelijk de status van een familienaam.
bicruris: bi- is twee en crus, cruris is de poot. Dit wijst op de verlenging van zowel de ronde als de niervlek met een poot tot tegen de costa.
(Hufnagel, 1766)
Voorvleugellengte: 14-17 mm. De voorvleugel is tamelijk breed en heeft een grijsachtig bruine kleur met een fijne strokleurige tekening en een grote donkere tapvlek. De witachtig omrande ringvlek en niervlek zijn met hun binnenste uiteinden naar elkaar toe gericht en vormen bijna een V, waarvan de punt in de richting van de binnenrand van de vleugel wijst; beide vlekken staan vrijwel nooit werkelijk met elkaar in verbinding. De ringvlek is tamelijk langgerekt.
Tot 35 mm; lichaam okerkleurig bruin met een rij zwartachtige, V-vormige vlekken over de rug en een zwartachtige lengteband over de spiracula; kop lichtbruin met donkerbruine tekening.
Zie de gevorkte silene-uil (Sideridis rivularis) en de variabele silene-uil (H. perplexa).
Gevorkte silene-uil (Sideridis rivularis), witband-silene-uil (Hadena compta) en gevlekte silene-uil (Hadena confusa).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
Vrij zeldzaam. Komt verspreid over het land voor. RL: niet bedreigd.
Zeldzaam, maar mogelijk algemener dan aangenomen. Wijdverbreid in het hele land; lokaal talrijk.
De soort staat op de Rode Lijst van Vlaanderen als Momenteel niet in Gevaar (Veraghtert et al. 2023).
Noord-Afrika (Marokko, Algerije), het Iberisch schiereiland, Frankrijk en de Benelux tot de Britse eilanden in het westen en de 64e breedtegraad in het noorden. Bicruris is een atlantisch-mediterraan faunaelement. De oostelijke grens loopt dwars door Midden-Europa maar is nog onvoldoende bekend. Er is overlapping met de westgrens van H. capsincola, een mongools faunaelement. Op een aantal plaatsen zullen beide voorkomen (Hacker, 1996).
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Tuinen, wegbermen, akkerranden, struwelen, bossen, duinen en andere plaatsen langs de kust.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting