Begin mei-half augustus in één generatie. De vlinders vliegen vanaf de schemering en komen in kleine aantallen op licht. Overdag worden ze soms opgejaagd van de waardplant.
Rups: augustus-juni. De soort overwintert als jonge rups op de waardplant en verpopt zich daar ook.
Small Emerald
Waldreben-Grünspanner
la Phalène printanière
Hemistola immaculata, Hemistola vernaria, Geometra vernaria, Hemithea vernaria
De zomervlinders vliegen in de zomermaanden. De tere zomervlinder heeft een heel bijzondere tere groene kleur.
Hemistola: hemi is half en stole is kledingstuk, gewaad. Dit wijst naar de dunne schubbenlaag op de vleugels; ze lijken bijna doorzichtig.
chrysoprasaria: khrusos is goud en prasius, prasinus is het groen van look. Dit wijst op het bijzondere groen van de vleugels.
(Esper, 1795)
Voorvleugellengte: 17-20 mm. Een spanner met een blauwgroene kleur, die vooral bij verse vlinders goed opvalt. Deze kleur kan in de loop van de vliegtijd verbleken tot bijna wit; de vloeiend gebogen witte dwarslijnen blijven altijd zichtbaar.
Tot 25 mm; huid korrelig; lichaam groen met kleine witte spikkeltjes; een stijve huidplooi loopt als een kiel over beide flanken; het eerste segment van de thorax draagt twee fijne bruine punten gelijk aan die van de diep ingesneden kop, maar wat langer; kop purperachtig bruin. De overwinterende rupsen zijn bruin, maar worden bij het uitlopen van de bladeren in het voorjaar groen.
Bij de appeltak (Campaea margaritaria) zijn de witte dwarslijnen op de voorvleugel aan één kant afgezet met een geelgroene lijn en in de enigszins haakvormige vleugelpunt bevindt zich een rood vlekje.
Smaragdgroene zomervlinder (Chlorissa viridata), geblokte zomervlinder (Thalera fimbrialis), melkwitte zomervlinder (Jodis lactearia), spaansgroene zomervlinder (Jodis putata) en kleine zomervlinder (Hemithea aestivaria).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
Zeldzaam. Komt verspreid over het land voor. RL: bedreigd.
In Vlaanderen zeldzaam en lokaal aan de Westkust en in de Leemstreek van de Vlaamse Ardennen tot Zuid-Oost-Limburg. Daarbuiten zeer zeldzaam. In Wallonië wijdverbreid en lokaal algemeen.
De soort staat op de Rode Lijst van Vlaanderen als Bijna in Gevaar (Veraghtert et al. 2023).
Noord-Afrika, het Iberisch Schiereiland en nagenoeg heel Europa. In het noorden alleen in Denemarken en Zweden. Via de Baltische staten en Rusland tot Oost-Siberië. Daar wordt de begrenzing onduidelijk vanwege verwante soorten. In het zuiden van het westen van het Iberisch Schiereiland en de Balkan tot Klein-Azië en Noord-Iran.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Bosrank en gekweekte clematissoorten.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting