goudvenstertje Plusia festucae

Familie

uilen (NOCTUIDAE)

Zeldzaamheid

Algemeen. Komt verspreid over vrijwel het hele land voor; minder talrijk in droge gebieden. RL: niet bedreigd.

Rode lijst

niet bedreigd

Meer foto's

Terug naar boven ^

Levenswijze

Vliegtijd en gedrag

Begin mei-half oktober in twee generaties. De vlinders vliegen vanaf de schemering (soms ook overdag) en bezoeken bloemen van onder andere spoorbloem, vlinderstruik en watermunt.

Levenscyclus

Rups: juni-april. De soort overwintert als jonge rups. De verpopping vindt plaats in een doorzichtige witte cocon die verticaal tussen stengels of bladeren van aanwezige planten wordt gesponnen; deze cocon lijkt wel enigszins op de eicocon van een spin.

Verspreiding

Vliegtijd

Benaming

Engelse naam

Gold Spot

Duitse naam

Röhricht-Goldeule

Franse naam

la Riche , la Plusie de la fêtuque

Synoniemen

Chrysaspidia festucae, Phytometra festucae, Autographa festucae

Meer

Toelichting Nederlandse naam

Goudvenstertje is een al lang bestaande naam die al gebruikt wordt door Ter Haar in 'Onze vlinders' (begin vorige eeuw).
De zilverwitte vlekken vormen een venstertje in de goudbruine vleugels.

Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam

Plusia: plousios is rijk, verwijzend naar de goud- en zilver tekens op de voorvleugels. Dit is een naam die Ochsenheimer overnam uit Hübner's op zeer beperkte schaal verspreide Tentamen (1806).
festucae: Festuca fluitans is een zwenkgrassoort, door Linnaeus gemeld als waardplant.

Auteursnaam en jaartal

(Linnaeus, 1758)

Herkenning

Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: 14-19 mm. Net als de verwante soorten houdt deze uil in rust de vleugels dakvormig omhoog. Op de bovenkant van het borststuk bevindt zich een opvallende kuif. De voorvleugel heeft een oranjebruine of warmbruine met goudgele grondkleur en is bestrooid met fijne bruine spikkels. Over de vleugel lopen enkele vage schuine donkere dwarslijnen. Opvallend is de zilverkleurige dubbele vlek in het midden van de voorvleugel. Deze dubbele vlek is variabel van vorm; het vlekje dat het dichtst bij de achterrand ligt is altijd kleiner en ellips- of druppelvormig. Heel soms zijn beide vlekken met elkaar versmolten. In de vleugelpunt ligt een eveneens opvallende lichte, deels zilverkleurige, vlek die door de donkere aders in vier vlakjes is opgedeeld. Het langste vlakje, dat het verst van de vleugelpunt af ligt, is zuiver zilverwit van kleur en heeft een spitse, naar binnen wijzende punt. Het direct daaraan grenzende vlakje is witachtig tot licht goudkleurig, soms ook gedeeltelijk zilverkleurig; de twee kleinste, dichtst bij de vleugelpunt gelegen vlakjes zijn iets donkerder goudkleurig.

Gelijkende soorten vlinder

Het moerasgoudvenstertje (P. putnami) heeft een iets kortere en bredere voorvleugel; de kleur is bovendien meestal meer goudkleurig oranje. De donkere dwarslijnen zijn scherper en beter zichtbaar dan bij het goudvenstertje. Van de in de vleugelpunt gelegen lichte vlek is het vlakje dat het verst van de vleugelpunt af ligt minder langgerekt dan bij het goudvenstertje en stomp gepunt in plaats van scherp gepunt. Deze kenmerken zijn echter enigszins variabel en daarom is voor het onderscheiden van beide soorten soms genitaliënonderzoek noodzakelijk.

Bekijk de gedetailleerde verschillen tussen de twee Plusia-soorten.

Gelijkende soorten rups

Turkse uil (Chrysodeixis chalcites), koperuil (Diachrysia chrysitis), gelduil (Polychrysia moneta), moerasgoudvenstertje (Plusia putnami), gamma-uil (Autographa gamma), donkere jota-uil (Autographa pulchrina), jota-uil (Autographa jota) en zilvervenster (Autographa bractea).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).

Verspreiding in Nederland in vier perioden

Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.

Habitat

Allerlei vochtige plaatsen, zoals slootkanten, oevers van rivieren en kanalen, moerassen, bosranden, heiden en vochtige weiden.

Planten

Diverse zeggen, gele lis, grote egelskop, waterbies en grote waterweegbree.

Waardplant

Zegge
Carex

Lis
Iris

Egelskop
Sparganium

Soorten uit dezelfde familie uilen (NOCTUIDAE)

Alle soorten uit deze familie