Eind mei-begin augustus in één generatie. Zowel de mannetjes als de vrouwtjes komen meestal vroeg in de avond op licht.
Rups: juli-september. De rups zit vaak op de onderste takken van alleenstaande eiken op een warme standplaats. De soort overwintert als pop in een cocon in de strooisellaag of in de grond.
Südlicher Zahnspinner
la Voile
Ochrostigma velitaris, Drynobia velitaris, Notodonta velitaris
De zuidelijke tandvlinder is thuis in zuidelijker delen van Europa. Tandvlinders hebben aan de voorvleugel een uitstulping die in rust als een tand boven de vlinder uitsteekt.
Drymonia: drumos is eiken hakhout, dit genus komt veelvuldig voor in eikebossen.
(Hufnagel, 1766)
Voorvleugellengte: ♂ 12-15 mm, ♀ 15-18 mm. Deze tandvlinder is goed van de andere Drymonia-soorten te onderscheiden door het zandgele wortelveld. De achtervleugel is donkerbruin.
Zie de witlijntandvlinder (D. querna), de gestreepte tandvlinder (D. dodonaea), de beukentandvlinder (D. obliterata) en de maantandvlinder (D. ruficornis).
Zeldzaam. Een soort met een beperkte verspreiding; komt lokaal voor in het midden, oosten en zuiden van het land. RL: gevoelig.
Zeer zeldzaam in Vlaanderen. Slechts een beperkt aantal vindplaatsen in Antwerpen, Limburg en Vlaams-Brabant. In Wallonië zeer zeldzaam met enkele vindplaatsen in Namen en Luxemburg.
De soort staat als Kwetsbaar op de Rode Lijst van Vlaanderen (Veraghtert et al. 2023).
Van het noorden van het Iberisch schiereiland via Zuid- en Midden-Europa tot Rusland. In het zuiden via Midden-Italië, de Balkan en Turkije tot de Zwarte Zee en de Kaukasus. Naar het noorden tot Noord-Duitsland.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Open gebieden met een warm microklimaat.
Eik.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting